5 Voorbereiding
4 Bereken de koelmiddeldichtheid met het volume van de ruimte
waar de binnenunit is geïnstalleerd en de ruimte ernaast.
Voorzie ventilatieopeningen in de deur van de ruimtes ernaast
tot de koelmiddeldichtheid kleiner is dan de maximaal
toelaatbare concentratie.
5.3
De koelmiddelleidingen
voorbereiden
5.3.1
Oude leidingen hergebruiken
In sommige gevallen kunnen oude leidingen worden hergebruikt, en
in andere gevallen niet.
Hergebruik niet toegestaan
In de volgende gevallen mogen geen oude leidingen worden
hergebruikt:
▪ Wanneer er problemen waren met de compressor van de oude
installatie (bijvoorbeeld panne). Mogelijk gevolg: geoxideerde
koelmiddelolie, kalkresten en andere nadelige effecten.
▪ Wanneer de binnen- en buitenunits gedurende lange tijd van de
leidingen waren losgekoppeld. Mogelijk gevolg: water en vuil in
de leidingen.
▪ Wanneer de koperen leiding is aangetast.
Hergebruik toegestaan
In andere gevallen dan hiervoor vermeld mogen oude leidingen
worden hergebruikt, maar houd rekening met de volgende punten:
Item
Diameter leidingen
Moet voldoen aan de vereisten. Zie
"5.3.2 Vereisten voor de
Materiaal leidingen
koelmiddelleidingen" op
Leidinglengte en
hoogteverschil
Leidingisolatie
Te vervangen indien beschadigd.
Moet voldoen aan de vereisten. Zie
"6.6 Koelmiddelleidingen isoleren" op
pagina 20.
Flareverbindingen
Mogen niet worden hergebruikt. Maak
nieuwe verbindingen om lekken te
voorkomen. Zie
aansluiten van koelmiddelleidingen" op
pagina 16
buis verbreden" op
Gelaste verbindingen
Controleer op gaslekken.
Leidingen
Als de oude condensatie-unit NIET met
schoonmaken
hetzelfde koelmiddel (R410A) en dezelfde
olie (FVC68D) als de nieuwe werkte, dan
moeten de leidingen grondig worden
schoongemaakt.
5.3.2
Vereisten voor de koelmiddelleidingen
INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in
hoofdstuk "Algemene veiligheidsmaatregelen".
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
12
Beschrijving
pagina 12.
"6.4.3 Richtlijnen bij het
en
"6.4.5 Het uiteinde van een
pagina 16.
OPMERKING
Voor
R410A-koelmiddel
voorzorgsmaatregelen worden genomen om het systeem
schoon, droog en afgedicht te houden.
▪ Schoon en droog: voorkom dat vreemd materiaal (zoals
minerale olie of vocht) in het systeem terechtkomt.
▪ Afgedicht: R410A bevat geen chloor en is niet
schadelijk voor de ozonlaag die de aarde tegen
schadelijke ultraviolette straling beschermt. Wanneer
R410A vrijkomt, kan dit wel in kleine mate bijdragen
aan het broeikaseffect. Om deze reden verdient de
afdichting van de installatie bijzondere aandacht.
OPMERKING
De leidingen en andere drukvoerende delen moeten
geschikt zijn voor koelmiddel. Gebruik met fosforzuur
gedeoxideerde,
naadloze
koelmiddel.
▪ Vreemde stoffen in de leidingen, waaronder oliën die tijdens de
fabricage worden gebruikt, mogen niet meer dan 30 mg/10 m
bedragen.
5.3.3
Materiaal koelmiddelleidingen
▪ Materiaal leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd naadloos
koper.
▪ Temperingsgraad en dikte van de leidingen:
Buitendiameter
Hardingsgraad
(Ø)
6,4 mm (1/4")
Gegloeid (O)
9,5 mm (3/8")
12,7 mm (1/2")
15,9 mm (5/8")
Gegloeid (O)
(a)
In functie van de toepasselijke wetgeving en de maximale
werkdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje
van de unit) kunnen dikkere leidingen nodig zijn.
▪ Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen.
5.3.4
Leidingmaat selecteren
Bepaal de geschikte maat aan de hand van de volgende tabellen en
de afbeelding (alleen als referentie).
1
A
B
C
D2
D1
E
H
F
2
2
3
e
d1
f
a
b
c
d2
1
Buitenunit
2
Binnenunit (toonbank)
3
Binnenunit (koelblazer)
A~F
Vloeistofleiding
a~f
Gasleiding
H
Hoogteverschil buitenunit-binnenunit
Wanneer de vereiste leidingdiameters (inch-maten) niet verkrijgbaar
zijn, mag u ook andere diameters (mm-maten) gebruiken; houd
hierbij rekening met de volgende punten:
▪ Neem de leidingdiameter die het dichtst bij de gevraagde diameter
ligt.
Condensatie-unit met luchtgekoelde koeling
moeten
strikte
koperen
leidingen
voor
(a)
Dikte (t)
Ø
≥0,80 mm
≥0,99 mm
3
LRMEQ3+4AY1
4P442131-1 – 2016.03
t