Problemen oplossen
b.
Klik op
Start
c.
Volg de instructies op het scherm om de
installatie te voltooien.
Bedrade verbindingen
Als de netwerkverbinding is verbroken —
De kabel zit los of is beschadigd.
•
Ga na of de kabel is aangesloten en niet is
beschadigd.
Met het integriteitslampje van verbinding en
het activiteitenlampje voor het netwerk op de
geïntegreerde netwerkconnector kunt u nagaan
of de verbinding werkt. Het lampje geeft bovendien
informatie over de status:
•
Geen activiteit — Zowel het integriteitslampje
van verbinding als het activiteitenlampje voor
het netwerk is uitgeschakeld.
•
10 Mbs — Het integriteitslampje van
verbinding brandt niet en het activiteitenlampje
voor het netwerk knippert geel.
30
→ Verbinding maken.
•
100 Mbs — Het integriteitslampje van
verbinding is groen en het activiteitenlampje
voor het netwerk knippert geel.
•
1000 Mbs — Het integriteitslampje van
verbinding is oranjeen het activiteitenlampje
voor het netwerk knippert geel.
OPMERKING: Het
verbindingsintegriteitslampje op de
netwerkconnector geldt alleen voor de
bedrade kabelverbinding. De indicator
van integriteit van verbinding geeft niet de
status weer van draadloze verbindingen.
Voedingsproblemen
Als het aan/uit-lampje uit is — De computer is
uitgeschakeld of deze krijgt geen stroom.
•
Steek de stroomkabel terug in de
stroomconnector van de computer en in het
stopcontact.
•
Als de computer is aangesloten op een
contactdoos, moet u nagaan of de contactdoos