6.
Instellingen van brandpunt en helderheid (belichting)
AUTO
(Intelligent)
80
¢2
/100
¢2
/125/200/400/800/
1600/3200/6400/12800/25600
¢1 Als de [ISO-limiet]
deze automatisch ingesteld worden binnen de waarde die ingesteld is in [ISO-limiet].
¢2 Alleen beschikbaar als [Uitgebreide ISO] ingesteld is.
Kenmerken van de ISO-gevoeligheid.
Opnamelocatie (aangeraden)
Sluitertijd
Ruis
Schommelen van het
onderwerp
•
Voor het focusbereik van de flitser als [AUTO] ingesteld is, raadpleegt u P201.
•
[
] is niet beschikbaar in de Sluiter-Prioriteit AE-modus en in de handmatige
belichtingsmodus.
•
Als [Multi-belicht.] ingesteld is, is de maximum instelling [3200].
•
Als [Direct focuspunt]
uitgevoerd worden, vertaald in bewegingen van de AF-zone. Instellen met gebruik van het
Snelmenu (P40).
•
Het instellen van onderstaande items kan geselecteerd worden in de Creatieve filmfunctie.
[AUTO]/[125] tot [6400]
De ISO-gevoeligheid wordt automatisch aangepast op basis
van de helderheid.
•
Maximum [3200]
Het toestel spoort de beweging van het onderwerp op en
stelt de optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd vervolgens
automatisch in zodat deze zo goed mogelijk bij de beweging
van het onderwerp en de helderheid van de scène passen,
om het schommelen van het onderwerp te minimaliseren.
•
Maximum [3200]
•
De sluitersnelheid wordt niet vastgezet als de sluiterknop
tot halverwege ingedrukt wordt. Het verandert voortdurend
om zich aan te passen aan de beweging van het
onderwerp, tot de sluiterknop volledig ingedrukt wordt.
De ISO-gevoeligheid wordt ingesteld in verschillende
standen.
•
Als de [ISO-verhoging] in het [Opname]-menu
¢2
[1/3 EV] gezet is, zullen de onderdelen van de
ISO-gevoeligheid die ingesteld kunnen worden, toenemen.
(P162)
van het [Opname]-menu op iets anders dan [OFF] gezet is, zal
Wanneer het licht is (buiten)
(P147)
op [ON] staat, worden de handelingen die met de cursorknoppen
¢1
¢1
125
Langzaam
Minder
Verhoogd
161
(P162)
12800
Wanneer het donker is
Snel
Verhoogd
Minder
op