5.
Instellingen van beeld- en fotokwaliteit
Instellen van de beeldkwaliteit en -grootte
Instellen van de beeldverhouding
Toepasbare modi:
Dit biedt u de mogelijkheid de aspectratio van de beelden te kiezen die het best bij het
afdrukken of het terugspelen past.
Op het moment van aankoop staat de knop aanvankelijk op [3:2].
>
[Opname] > [Aspectratio]
MENU
[4:3]
[Aspectratio] van een 4:3 TV
[3:2]
[Aspectratio] van een 35 mm filmcamera
[16:9]
[Aspectratio] van een hoge-definitie TV, enz.
[1:1]
Vierkante aspectratio
•
De uiteinden van de opgenomen beelden kunnen er afgeknipt worden bij het afdrukken,
controleer daarom voordat u afdrukt/laat afdrukken.
•
Als u tijdens de opname de HDMI-uitgave gebruikt, wordt de instelling vastgezet op [16:9].
In deze gevallen niet beschikbaar:
•
Niet beschikbaar met
Instellen van het aantal pixels
Toepasbare modi:
Stel het aantal pixels in. Hoe hoger het aantal pixels, hoe fijner het detail van de beelden
zal blijken zelfs wanneer ze afgedrukt worden op grote vellen.
>
[Opname] > [Fotoresolutie]
MENU
Wanneer de aspectratio [4:3] is.
Instellingen
[L] (17,5M)
[
M] (9M)
[
S] (4,5M)
[Panorama-opname] in de Scene Guide modus .
Beeldformaat
4864k3648
3456k2592
2432k1824
(P358)
Wanneer de aspectratio [3:2] is.
Instellingen
[L] (20M)
[
M] (10M)
[
S] (5M)
131
Beeldformaat
5472k3648
3888k2592
2736k1824