6.
Instellingen van brandpunt en helderheid (belichting)
Opnamen maken met handmatig scherpstellen
Toepasbare modi:
Gebruik deze functie als u een vaste scherpstelling wenstof als de afstand tussen de lens
en het object vast is en u de automatische scherpstelling niet wenst te gebruiken.
1
Zet de hendel van de focusmodus op [MF].
2
Zet de keuzeschakelaar van de handmatige ring
op [FOCUS].
3
Druk op 2 (
4
Druk op 3/4/2/1 om de te vergroten zone
vast te stellen en druk op [MENU/SET].
•
Het hulpscherm wordt weergegeven dat de zone
vergroot (MF Assist)
•
Als u opnieuw op [DISP.] drukt, zal de te vergroten zone
weer in het midden geplaatst worden.
5
Bedien de handmatige ring om scherp te stellen.
Draai naar A kant:
Stelt scherp op een onderwerp dichtbij
Draai naar B kant:
Stelt scherp op een onderwerp ver weg
•
Let op dat de O.I.S.-schakelaar of de keuzeschakelaar van de
handmatige ring niet per ongeluk wordt omgeschakeld terwijl u aan de handmatige ring draait.
A Aanduiding van ¶ (oneindigheid)
B MF Assist (vergroot scherm)
C Peaking
D MF-gids
•
De in-focus gedeeltes zullen geaccentueerd worden.
(Peaking)
(P152)
•
U kunt controleren of het scherp gestelde punt zich
vlakbij of veraf bevindt. (MF-gids)
).
(P151)
(P152)
150
AFS/
MF
AFC
AFF
A
B
B
A C
D