4.
Opnamemodussen
[Zonneschijn]
Instelling van de lichtbron
∫
U kunt de positie en de grootte van een lichtbron veranderen.
1
Druk op [Fn1] om het instellingenscherm weer te geven.
2
Druk op 3/ 4 / 2 / 1 om de middelste positie van de
lichtbron te bewegen .
•
Het midden van de lichtbron kan naar de rand van het
scherm bewogen worden.
Punt waarop het midden van de lichtbron
geplaatst kan worden
Er kan een natuurlijker aanblik gecreëerd worden door
het midden van de lichtbron buiten het beeld te
plaatsen.
3
U kunt de grootte van de lichtbron ook regelen door aan de modusknop op de
achterkant te draaien.
•
Deze kan veranderd worden naar 4 verschillende groottes.
•
Als u op [DISP.] drukt, wordt de lichtbron opnieuw op de fabrieksinstelling gezet.
4
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
•
De weergave van het opnamescherm zal meer dan normaal vertraagd worden en het scherm
zal eruit zien als of er frames wegvallen.
Dit effect voegt invallend licht toe aan de scène.
Items die ingesteld kunnen worden
(Druk op 1 om het instellingenscherm weer te geven.)
Kleur
Gele toon/Rode toon/Blauwe toon/Witte toon
•
Selecteer de gewenste kleurtoon door
aan de modusknop op de achterkant
te draaien en druk vervolgens op
[MENU/SET].
117