Rea® Clematis®
7 Transport
7.1 Veiligheidsinformatie
We willen u informeren over het vervoer van rolstoelen
inclusief gebruikers in voertuigen, die speciaal geschikt zijn
voor dit doel. Ten eerste willen we benadrukken dat de
gebruiker altijd het veiligst vervoerd kan worden in een van
de gewone stoelen van het voertuig met de veiligheidsgordel
van het voertuig. Invacare kan dus zittend vervoer in de
rolstoel niet aanbevelen. Maar we realiseren ons ook dat
er gebruikers en situaties zijn die vervoer in een voertuig,
zittend in de rolstoel, noodzakelijk maken. Neem in die
gevallen de veiligheidsvoorschriften in dit gedeelte in acht
om het risico op letsel bij een ongeval te verminderen.
Lees eveneens hoofdstuk: "Naleving" voor meer informatie.
Deze rolstoel/dit mobiliteitsonderstel is getest conform de
specificaties in ISO 7176-19 "Mobiliteitvoorzieningen op
wielen voor gebruik als zitplaats in motorvoertuigen". Deze
norm is ontwikkeld door autoriteiten en specialisten en
bepaalt de minimumeisen die aan rolstoelen worden gesteld
voor vervoer in voertuigen.
In situaties waarbij de omstandigheden afwijken van de
testomstandigheden of in gevallen waarbij de richtlijnen in
deze handleiding niet worden gevolgd, kan Invacare niet
aansprakelijk worden gesteld voor de mogelijke gevolgen van
een ongeval. Configuraties en accessoires die niet geschikt
zijn om te worden gebruikt als stoel tijdens vervoer in een
voertuig worden later in dit hoofdstuk vermeld.
Lees eveneens hoofdstuk: "Naleving" voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
Kans op lichamelijk letsel
– Vastzetsystemen mogen alleen worden gebruikt
als het gewicht van de gebruiker van de rolstoel
22 kg of meer is. Als het gebruikersgewicht
minder is dan 22 kg, mag u de rolstoel niet als
stoel in een voertuig gebruiken.
WAARSCHUWING!
Kans op ernstig letsel tijdens transport
Een gebruiker die in zijn rolstoel met een voertuig
wordt vervoerd, moet worden vastgezet met
een veiligheidsgordel (3-punts gordel). Een
lichaamsband alleen is niet voldoende om
personen vast te zetten.
– Gebruik de lichaamsband als extra hulpmiddel
bij het vervoeren van de rolstoelgebruiker in
een voertuig, echter niet als vervanging voor de
3-punts veiligheidsgordel.
WAARSCHUWING!
Risico op letsel als de rolstoel niet juist is
vastgezet.
Bij ongelukken, remmanoeuvres en dergelijke
kunnen rondvliegende rolstoelonderdelen ernstig
letsel veroorzaken.
– Verwijder altijd de achterwielen wanneer de
rolstoel wordt vervoerd.
– Zet alle rolstoelonderdelen stevig vast in het
vervoermiddel om te voorkomen dat ze losraken
tijdens de rit.
24
7.2 Rolstoelen met/zonder iemand erin in een
voertuig vervoeren
1. De bezette rolstoel moet worden vervoerd in een
voorwaarts gerichte richting. Alle toebehoren (werkblad,
zijpelotten, abductiekussen, enzovoort) moeten worden
verwijderd en veilig opgeborgen, zodat niemand gewond
raakt bij een ongeval.
2. De rolstoel moet worden vastgezet in het voertuig
met een 4-punts vastzetsysteem. De gebruiker moet
een 3-punts veiligheidsgordel dragen, die vastzit in het
voertuig.
WAARSCHUWING!
Kans op lichamelijk letsel
– Zowel het 4-punts vastzetsysteem als de
3-punts veiligheidsgordel dient ISO-10542-2
goedgekeurd te zijn.
3. De bevestigingspunten aan de rolstoel waar de
kabelbinders van het vastzetsysteem moeten worden
aangebracht, worden aangegeven met dit symbool.
Er bestaan geen testmethoden voor voertuigen
waarin de rolstoel niet kan worden vastgezet. Als
er reeds zones voor rolstoelen zijn gemarkeerd
in het voertuig, wordt aangeraden deze te
gebruiken en, indien beschikbaar, de richtlijnen
voor het plaatsen van de rolstoel te gebruiken.
1446042-E