5 Bediening
3.
Druk op de knop aan de zijkant van het instrument om de bek te openen.
Omsluit één geleider volledig met de bek – zie afbeelding 5.1. Voor optimale
resultaten zorgt u dat de geleider zich in het midden van de bek bevindt.
4.
Lees de stroomwaarde af van het display.
OPM.
De meter kan ook zodanig worden ingesteld dat hij alleen piekwaarden weer-
geeft, zie paragraaf 5.13 Peak Hold-functie, pagina 22.
5.3.1 DC Zero
De functie DC Zero verwijdert offset-waarden en vergroot de nauwkeurigheid van
gelijkstroommetingen.
1.
Zet de functieschakelaar in de stand
2.
Zorg dat er zich geen geleider in de bek bevindt.
3.
Druk op de toets
waarde op te slaan. De indicator
4.
Gebruik de toets
past (vaste indicator
).
5.
Om de modus DC Zero te verlaten, houdt u de toets
dicator
verdwijnt en de indicator
5.4 Spanningsmetingen
1.
Zet de functieschakelaar in de stand .
2.
Steek het zwarte meetsnoer in de negatieve COM-aansluiting en het rode
meetsnoer in de positieve V-aansluiting.
3.
Gebruik de toets
(DC) te selecteren.
•
Voor wisselspanningsmetingen moet de indicator
weergegeven.
•
Voor gelijkspanningsmetingen moet de indicator
weergegeven.
#T559826; r. AF/ 10382/10382; nl-NL
.
om de modus DC Zero te activeren en de offset-
wordt weergegeven.
om het display om te schakelen tussen offset toege-
) en geen offset toegepast (knipperende indicator
wordt weergegeven.
om wisselspannings- (AC) of gelijkspanningsmeting
ingedrukt. De in-
worden
worden
16