2 Veiligheidsinformatie
bij installatie in een woonomgeving. Deze apparatuur genereert en gebruikt radi-
ofrequentie-energie en kan deze uitstralen. Als deze apparatuur niet wordt geïn-
stalleerd en gebruikt conform de instructies kan er schadelijke interferentie van
radiocommunicatie optreden. Er wordt echter niet gegarandeerd dat er bij be-
paalde installaties geen interferentie optreedt. Als deze apparatuur schadelijke
interferentie veroorzaakt in de ontvangst van radio of tv (dit kan worden bepaald
door de apparatuur in en uit te schakelen), raden wij gebruikers aan om te probe-
ren de interferentie te corrigeren met een of meerdere van de volgende
maatregelen:
•
Verander de richting of de plaats van de ontvangstantenne
•
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger
•
Sluit de apparatuur aan op een uitgang in een andere kring dan die waarop
de ontvanger is aangesloten
•
Vraag de dealer of een ervaren radio-/tv-monteur om hulp
VOORZICHTIG
Blootstelling aan radiostraling
Om aan de FCC/IC-normen voor blootstelling aan radiostraling te voldoen,
dient een scheidingsafstand van ten minste 20 cm te worden gehandhaafd
tussen de antenne van dit apparaat en alle personen. Dit apparaat mag niet
worden verplaatst of in werking gesteld in combinatie met een andere antenne
of zender.
WAARSCHUWING
Bij wijzigingen of aanpassingen zonder uitdrukkelijke toestemming van de in-
stanties die verantwoordelijk zijn voor de naleving vervalt de bevoegdheid van
de gebruiker om met de apparatuur te werken.
2.2 Industry Canada-naleving
Dit apparaat voldoet aan de licence-exempt RSS-norm(en) van Industry Canada.
Voor de bediening ervan gelden de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat
mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) dit apparaat moet eventu-
ele interferentie van andere bronnen accepteren, ook interferentie die ongewenst
functioneren van het apparaat kan veroorzaken.
#T559826; r. AF/ 10382/10382; nl-NL
6