4 Beschrijving
Geeft aan dat de meter maximale afleeswaarden weergeeft.
Geeft aan dat de meter minimale afleeswaarden weergeeft.
Geeft aan dat de meter maximale piekwaarden weergeeft.
Geeft aan dat de meter minimale piekwaarden weergeeft.
Geeft aan dat de meter waarden met toegepaste relatieve refe-
rentie (vaste indicator) of zonder toegepaste referentie (knippe-
rende indicator) weergeeft.
Geeft aan dat de meter in de vasthoudmodus staat.
Geeft de spanning van de batterijen aan.
Geeft aan dat de meter wisselstroom of -spanning meet.
Geeft aan dat de meter gelijkstroom of -spanning meet.
Geeft aan dat de doorgangsfunctie actief is.
Geeft aan dat de diodetestfunctie actief is.
4.4.1 Waarschuwing Buiten bereik
Als het ingangssignaal buiten het meetbereik ligt, wordt er OL op het hoofddis-
play weergegeven.
#T559826; r. AF/ 10382/10382; nl-NL
13