Opslag bij temperaturen onder 0 °C (32 °F) en boven 50 °C (122 °F) kan permanente schade aan het instrument en de
accessoires veroorzaken.
Plaats het instrument niet naast een warmtebron.
Wees zeer voorzichtig bij het hanteren van transducers, aangezien ruwe behandeling, bijvoorbeeld door op een hard
oppervlak te vallen, de onderdelen kan breken of beschadigen.
Binnen de Europese Unie is het illegaal om elektrisch en elektronisch afval weg te gooien als
ongesorteerd afval. Elektrisch en elektronisch afval kan gevaarlijke stoffen bevatten en moet daarom
apart worden afgevoerd. Dergelijke producten worden gemarkeerd met de afbeelding van een
doorgestreepte container aan de linkerkant. Samenwerking tussen gebruikers is belangrijk om een
hoog niveau van hergebruik en recycling van elektrisch en elektronisch afval te garanderen. Als
dergelijke afvalproducten niet op de juiste manier worden gerecycled, kan dit een gevaar opleveren
voor het milieu en daarmee voor de gezondheid van mensen.
Buiten de Europese Unie dienen de plaatselijke voorschriften te worden gevolgd bij het weggooien van het product aan
het einde van de levensduur.
3.3.9. GEBRUIK VAN APPARATUUR NA TRANSPORT EN OPSLAG
Controleer voor gebruik of het instrument correct werkt. Als het instrument in een koude omgeving is opgeslagen (zelfs
voor een korte periode), laat het instrument dan acclimatiseren. Dit kan lang duren, afhankelijk van de omstandigheden
(zoals omgevingsvochtigheid). U kunt de condensatie verminderen door het instrument in de originele verpakking op te
bergen.
Als
het instrument
gebruiksomstandigheden, zijn er geen speciale voorzorgsmaatregelen vereist voor gebruik. Zorg altijd voor een goede
werking van het instrument door routinematige controleprocedures voor audiometrische apparatuur te volgen.
3.4. AANSLUITINGEN
De aansluitpunten zijn als volgt gelabeld om een correcte identificatie en aansluiting te garanderen:
CONTACT TYPE
6.3mm jack
6.3mm jack
6.3mm jack
USB-aansluiting
Let op: Sluit alleen de accessoires aan die bij het instrument zijn geleverd of die zijn geleverd door Amplivox of een
Amplivox-distributeur. Deze onderdelen zijn getest voor gebruik met de Amplivox Otosure audiometer om te voldoen
aan de normen IEC 60601-1 en IEC 60601-1-2. Het gebruik van andere dan de gespecificeerde accessoires kan de
naleving van deze normen in gevaar brengen.
3.5. HARDWARE INSTALLATIE
Raadpleeg Hoofdstuk 11 voor belangrijke informatie over het aansluiten van niet-medische elektrische apparatuur
op medische elektrische apparatuur.
12 OTOSURE GEBRUIKSAANWIJZING
wordt
opgeslagen
onder
KLEURCODE
VERBONDEN ONDERDEEL
Blauw
Luchtgeleiding koptelefoon (Links) *
Rood
Luchtgeleiding koptelefoon (Rechts) *
Zwart
Patiëntresponsknop *
N.v.t.
Computer (via USB-poort)
UITPAKKEN EN INSTALLEREN
warmere
omstandigheden
dan
de
feitelijke