a)
Plaats de 2 uiteinden van de
begrenzingsdraad en het uiteinde van
de geleidingsdraad in de koppeling.
Let op: Zorg ervoor dat u het uiteinde
van de geleidingsdraad kunt zien via
het transparante gedeelte van de
koppeling.
b)
Druk met een verstelbare tang op de
knop op de koppeling.
OPGELET: Een tweeaderige
kabel of een kroonsteentje
geïsoleerd met isolatietape
levert geen adequate lassen
op. Het vocht in de grond
zorgt ervoor dat de draden
gaan oxideren, waardoor het
circuit na een tijdje wordt
onderbroken.
10. Bevestig de geleidingsdraad aan de grond
met behulp van haringen of begraaf de
geleidingsdraad in de grond. Zie
positie zetten met staken op pagina 22 of
De begrenzingsdraad of geleidingsdraad
ingraven op pagina 22 .
3.5 De draad in positie zetten met
staken
•
Plaats de begrenzingsdraad en de
geleidingsdraad op de grond.
•
Zet de staken op minimaal 75 cm/30 inch
afstand van elkaar.
•
Bevestig de staken in de grond met een
(kunststof) hamer.
OPGELET: Zorg ervoor dat de
staken de begrenzingsdraad en
de geleidingsdraad tegen de
grond houden.
Let op: De draad is na enkele weken overgroeid
met gras en niet meer zichtbaar.
3.6 De begrenzingsdraad of
geleidingsdraad ingraven
•
Snijd met een kantsnijder of een rechte
schop een groef in de grond.
22 - Installatie
•
Plaats de begrenzingsdraad of de
geleidingsdraad 1-20 cm/0.4-8 inch in de
grond.
3.7 De positie van de
begrenzingsdraad of geleidingsdraad
wijzigen
1.
Als de begrenzingsdraad of geleidingsdraad
in positie wordt gezet met staken, haalt u de
staken uit de grond.
2.
Verwijder voorzichtig de begrenzingsdraad
of de geleidingsdraad uit de grond.
3.
Stel de begrenzingsdraad of de
geleidingsdraad af in een nieuwe positie.
4.
Plaats de begrenzingsdraad of de
geleidingsdraad in positie. Zie
positie zetten met staken op pagina 22 of De
begrenzingsdraad of geleidingsdraad
ingraven op pagina 22 .
3.8 De begrenzingsdraad of
geleidingsdraad verlengen
De draad in
Let op: Verleng de begrenzingsdraad of
geleidingsdraad als deze te kort is voor het
werkgebied. Gebruik originele
reserveonderdelen, bijvoorbeeld koppelingen.
1.
Knip de begrenzingsdraad of
geleidingsdraad af met een draadtang op de
plaats waar het verlengstuk moet worden
geplaatst.
2.
Voeg draad toe naar de locatie waar het
verlengstuk moet worden geplaatst.
3.
Plaats de begrenzingsdraad of de
geleidingsdraad in positie.
4.
Plaats de draaduiteinden in een koppeling.
Let op: Zorg ervoor dat u de uiteinden van
de begrenzingsdraad of de geleidingsdraad
door het transparante gedeelte van de
koppeling heen kunt zien.
5.
Druk met een verstelbare tang op de knop
op de koppeling.
De draad in
1025 - 001 - 23.01.2019