i
Stel de machine in op het gebruik van de
tweelingnaaldinstelling.
Druk op
(enkele/tweelingnaaldtoets).
De tweelingnaaldstand wordt geselecteerd.
VOORZICHTIG
• Zorg dat u de tweelingnaaldinstelling
selecteert wanneer u de tweelingnaald
gebruikt, anders kan de naald breken of de
machine beschadigd raken.
j
Begin met naaien.
VOORZICHTIG
• Draai de stof niet terwijl de tweelingnaald
omlaag staat in de stof. De naald kan dan
breken of de machine kan beschadigd raken.
• Als de steken erg dicht op elkaar worden
genaaid, gebruikt u monogramvoet "N" of
bevestigt u steunstof.
Nostalgische steken naaien
Wanneer u naait met de platte naald, worden de naaldgaten
groter zodat een decoratieve steek met een kanteffect ontstaat.
Hiermee kunt u zomen en tafelkleden van lichte of
middelzware stof en eenvoudig geweven stof verfraaien.
Installeer de platte naald.
a
• Gebruik een 130/705H 100/16 platte naald.
• Meer bijzonderheden over het installeren van een
naald vindt u in "Naald verwisselen" op pagina 20.
• U kunt de naaldinrijger niet gebruiken met de platte
naald; de machine zou beschadigd kunnen raken.
Leid de draad met de hand van voren naar achteren
door het oog van de naald.
b
Bevestig monogramvoet "N".
c
Selecteer een steek.
Nr.
Steek
37
35
38
36
40
37
41
38
• Voor meer informatie, zie "Stekentabel" op
pagina 33.
VOORZICHTIG
• Als u met de platte naald naait, selecteert u
een steekbreedte van 6,0 mm (15/64 inch) of
minder; anders kan de naald verbuigen of
breken.
• Nadat u de steekbreedte hebt aangepast,
draait u het handwiel langzaam naar u toe
(tegen de klok in) om te controleren dat de
naald de persvoet niet raakt. Als de naald de
persvoet raakt, kan de naald buigen of breken.
d
Begin met naaien.
Naaisteken
34
35
36
–
53
3