Naaisteken
Naaisteken
VOORZICHTIG
• Voordat u de persvoet verwisselt, schakelt u de
machine uit. Anders kunt u letsel oplopen als u
op de "Start/Stop"-toets of op een andere toets
drukt en de machine begint te lopen. Meer
bijzonderheden over het verwisselen van de
persvoet vindt u in "Persvoet verwisselen" op
pagina 21.
Afwerksteken
Naai afwerksteken langs de rand van afgesneden stof om
rafelen te voorkomen.
Afwerksteekvoet "G" gebruiken
a
Bevestig afwerksteekvoet "G".
b
Selecteer een steek.
Nr.
Steek
11
10
12
11
13
12
• Voor meer informatie, zie "Stekentabel" op
pagina 33.
VOORZICHTIG
• Bij gebruik van afwerksteekvoet "G" moet u
een steek selecteren die in combinatie met
afwerksteekvoet "G" kan worden gebruikt. Als
u de verkeerde steek naait, kan de naald de
persvoet raken, waardoor de naald kan
verbuigen of de persvoet beschadigd kan
raken.
38
G
10
11
12
c
Plaats de rand van de stof tegen de geleider van de
persvoet en breng de persvoethendel omlaag.
a
d
Draai het handwiel naar u toe (tegen de klok in).
Controleer of de naald de persvoet niet raakt.
Naai met de rand van de stof tegen de
e
persvoetgeleider.
1
VOORZICHTIG
• Trek de stof naar achteren wanneer u klaar
bent met naaien. Als u de stof opzij of naar
voren trekt, wordt de pen van de persvoet
mogelijk beschadigd.
• Als er draad verstrikt zit op de persvoet,
verwijdert u de verstrikte draad en zet u de
persvoethendel omhoog om de persvoet te
verwijderen. Als u de persvoet omhoog zet
met het verstrikte draad, kan de persvoet
beschadigd raken.
f
Wanneer u klaar bent, drukt u op de "Start/Stop"-toets
om te stoppen met naaien. Zet de persvoet en naald
omhoog en trek de stof onder de persvoet naar de
achterkant van de machine.
1 Persvoetgeleider
1 De naald mag de
middenstang van
de persvoet niet
raken
1 Naaldpositie (waar
de naald neerkomt)