Transport van de machine
Grasshopper GHD-02 BAF0007.0 01.09
·
Bij het rijden op de openbare weg dient u zich aan de geldende
verkeersregels te houden!
·
Controleer voor transport
o
of voedingsleidingen correct zijn aangebracht;
o
of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is;
·
De tractor dient altijd te beschikken over voldoende stuur- en
remvermogen
Aan een tractor aangebouwde of aangekoppelde machine en
gewichten aan voor- of achterzijde beïnvloeden niet alleen het
rijgedrag, maar ook het stuur- en remvermogen van de tractor.
·
Gebruik zo nodig gewichten aan de voorzijde!
De vooras van de tractor dient altijd met minimaal 20% van het
eigen gewicht van de tractor worden belast, om zeker te zijn van
voldoende stuurvermogen.
·
Bevestig gewichten aan voor- of achterzijde altijd in
overeenstemming met de voorschriften aan de daartoe
bestemde bevestigingspunten!
·
Houd rekening met het maximale laadvermogen van de
aangebouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare
asbelasting en oplegdruk van de tractor!
·
De tractor dient voor de beladen combinatie (tractor met
aangebouwde of aangekoppelde machine) over voldoende
remvertraging te beschikken!
·
Controleer de werking van de remmen voordat u gaat rijden!
·
Houd met een aangebouwde of aangekoppelde machine in
bochten rekening met de grote uitzwaai en de
middelpuntvliedende kracht van de machine!
·
Wanneer de machine aan de driepuntshydraulica of de
trekstangen van de tractor is bevestigd, dient u er vóór transport
voor te zorgen dat de trekstang aan de zijkant voldoende is
vastgezet!
·
Zet alle beweegbare machineonderdelen vóór transport in de
transportstand!
·
Vergrendel vóór transport de bedieningshendel van de
driepuntshydraulica om onbedoeld heffen of zakken van de
aangebouwde of aangekoppelde machine te voorkomen!
·
Controleer vóór transport of de benodigde transportuitrustingen,
zoals verlichting, waarschuwingssystemen en
beschermingsvoorzieningen, op de juiste wijze aan de machine
zijn gemonteerd!
·
Controleer vóór transport door middel van een visuele controle
of de pennen van de topstang en trekstang met de lunspen zijn
geborgd.
·
Pas uw rijsnelheid aan de omstandigheden ter plaatse aan!
·
Schakel bij bergaf rijden een lagere versnelling in!
·
Schakel de onafhankelijke wielremmen tijdens transport altijd uit
(pedalen vergrendelen)!
Algemene veiligheidsinstructies
29