Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stoppen Met Navigeren; Kaart; De Kaart Weergeven; Naar Een Locatie Op De Kaart Navigeren Of Een Locatie Opslaan - Garmin FENIX 5X Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Uw huidige locatie
, het te volgen spoor
bestemming
worden op de kaart weergegeven.

Stoppen met navigeren

1
Houd tijdens de activiteit MENU ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie stoppen.

Kaart

Uw fēnix 5X horloge kan verschillende soorten Garmin
kaartgegevens weergeven, zoals topografische kaarten,
BirdsEye beelden, BlueChart
wegenkaarten. Ga voor het aanschaffen van kaartgegevens en
meer informatie over compatibiliteit naar garmin.com/maps.
geeft uw positie op de kaart aan. Als u naar een bestemming
navigeert, wordt de route met een lijn op de kaart gemarkeerd.

De kaart weergeven

1
Selecteer op de watch face
2
Houd MENU ingedrukt en selecteer een optie:
• Selecteer Pan/Zoom als u wilt schuiven of in- of
uitzoomen op de kaart.
TIP: Selecteer
om te schakelen tussen naar boven en
naar beneden schuiven, naar links en naar rechts
schuiven, of zoomen. Houd
selecteren dat wordt aangeduid door het dradenkruis.
• Selecteer Om me heen als u nabij gelegen nuttige punten
en via-punten wilt weergeven.
Naar een locatie op de kaart navigeren of een locatie
opslaan
U kunt elke locatie op de kaart selecteren. U kunt de locatie
opslaan of er naartoe navigeren.
1
Houd MENU ingedrukt op de kaartpagina.
2
Selecteer Pan/Zoom.
Op de kaart worden besturingselementen en een dradenkruis
weergegeven.
3
Verschuif (pan) en zoom de kaart om de locatie in het
midden van het dradenkruis te plaatsen.
4
Houd
ingedrukt om het punt te selecteren dat wordt
aangeduid door het dradenkruis.
5
Selecteer zo nodig een nabij gelegen nuttig punt.
6
Selecteer een optie:
• Selecteer Ga om naar de locatie te navigeren.
• Selecteer Kaart om de locatie op de kaart weer te geven.
• Selecteer Sla op om de locatie op te slaan.

Geschiedenis

en uw
®
zeekaarten en City Navigator
> Kaart.
ingedrukt om het punt te
• Selecteer Bekijk om informatie over de locatie weer te
geven.

Navigeren met de functie Om me heen

Met de functie Om me heen kunt u navigeren naar nabij gelegen
nuttige punten en via-punten.
OPMERKING: De op uw toestel geïnstalleerde kaartgegevens
moeten nuttige punten bevatten om daar naartoe te kunnen
navigeren.
1
Houd MENU ingedrukt op de kaartpagina.
2
Selecteer Om me heen.
Op de kaart worden pictogrammen weergegeven die nuttige
punten of via-punten aanduiden.
3
Selecteer UP of DOWN om een gedeelte van de kaart te
markeren.
4
Selecteer
.
In het gemarkeerde gedeelte van de kaart wordt een lijst met
nuttige punten en via-punten weergegeven.
5
Selecteer
om een locatie te selecteren.
®
6
Selecteer een optie:
• Selecteer Ga om naar de locatie te navigeren.
• Selecteer Sla locatie op om de locatie op te slaan.
• Selecteer Bekijk om informatie over de locatie weer te
geven.

Kompas

Het toestel is voorzien van een kompas met drie assen en
automatische kalibratie. De kompasfuncties en -weergave
veranderen op basis van uw activiteit, of GPS is ingeschakeld
en of u naar een bestemming navigeert. U kunt de
kompasinstellingen handmatig wijzigen
pagina
25). Als u de kompasinstellingen snel wilt openen,
selecteert u
in de kompaswidget.

Hoogtemeter en barometer

Het toestel is uitgerust met een ingebouwde hoogtemeter en
barometer. Het toestel verzamelt voortdurend hoogte- en
luchtdrukgegevens, ook in de lage-energiemodus. Op de
hoogtemeter wordt uw geschatte hoogte weergegeven op basis
van luchtdrukverschillen. Op de barometer worden gegevens
over omgevingsluchtdruk weergegeven op basis van de vaste
hoogte waarop de hoogtemeter voor het laatst is gekalibreerd
(Hoogtemeterinstellingen, pagina
of barometerinstellingen snel wilt openen, selecteert u
hoogtemeter- of barometer-widgets.
Tot de geschiedenisgegevens behoren tijd, afstand, calorieën,
gemiddeld tempo of gemiddelde snelheid, rondegegevens, en
optionele ANT+ sensorgegevens.
OPMERKING: Als het geheugen van toestel vol is, worden de
oudste gegevens overschreven.

Werken met de geschiedenis

De geschiedenis bevat voorgaande activiteiten die u op het
toestel hebt opgeslagen.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Geschiedenis > Activiteiten.
3
Selecteer een activiteit.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Details om extra informatie over de activiteit
weer te geven.
(Kompasinstellingen,
25). Als u de hoogtemeter-
Geschiedenis
in de
17

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave