Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tips Voor Zwemactiviteiten; Rusten Tijdens Zwemmen In Een Zwembad; Training Met Het Trainingslog; Golfen - Garmin FENIX 5X Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Tips voor zwemactiviteiten

• Volg de instructies op het scherm om de grootte van het
zwembad te selecteren of een aangepaste grootte in te
voeren voordat u een zwemactiviteit start.
• Selecteer LAP om een rustpauze vast te leggen tijdens het
zwemmen in een zwembad.
Het toestel legt automatisch de zwemintervallen en de banen
voor zwemmen in een zwembad vast.
• Selecteer LAP om interval vast te leggen tijdens het
zwemmen in open water.

Rusten tijdens zwemmen in een zwembad

Op het standaardrustscherm worden twee rust-timers
weergegeven. Ook worden het tijdstip en de afstand van het
laatste voltooide interval weergegeven.
OPMERKING: Tijdens een rustperiode worden geen
zwemgegevens vastgelegd.
1
Selecteer tijdens uw zwemactiviteit LAP om een rustperiode
te starten.
De schermweergave verandert in witte tekst op een zwarte
achtergrond en het rustscherm wordt weergegeven.
2
Selecteer tijdens een rustperiode UP of DOWN om andere
gegevensschermen weer te geven (optioneel).
3
Selecteer LAP en ga verder met zwemmen.
4
Herhaal de procedure voor volgende rustintervallen.

Training met het trainingslog

De trainingslogfunctie is alleen beschikbaar voor zwemmen in
een zwembad. Met deze functie kunt u handmatig kick set-
oefeningen, zwemoefeningen met één arm of andere
zwemoefeningen vastleggen die afwijken van de vier
belangrijkste zwemslagen.
1
Selecteer tijdens uw zwemactiviteit UP of DOWN om het
oefeninglogscherm weer te geven.
2
Selecteer LAP om de oefeningstimer te starten.
3
Selecteer LAP na afloop van uw oefeninginterval.
De oefeningstimer stopt, maar de activiteitentimer blijft de
hele zwemsessie vastleggen.
4
Selecteer een afstand voor de voltooide oefening.
Afstandsinstellingen worden gebaseerd op de voor het
activiteitenprofiel geselecteerde zwembadafmetingen.
5
Selecteer een optie:
• Selecteer LAP als u een andere oefeninginterval wilt
starten.
• Selecteer UP of DOWN om terug te keren naar de
zwemtrainingsschermen en een zweminterval te starten.

Golfen

Golfen
Voordat u gaat golfen, moet u ervoor zorgen dat het toestel is
opgeladen
(Het toestel opladen, pagina
1
Selecteer op de watch face
2
Ga naar buiten en wacht tot het toestel satellieten heeft
gevonden.
3
Selecteer een baan in de lijst met beschikbare golfbanen.
4
Selecteer Ja om de score bij te houden.
5
Selecteer UP of DOWN om door de holes te bladeren.
Het toestel schakelt automatisch over naar de volgende hole
wanneer u daar naartoe gaat.
6
Selecteer
> Einde van ronde > Ja nadat u uw activiteit
hebt voltooid.
4
1).
> Golfen.
Hole­informatie
Omdat pinlocaties veranderen, berekent het toestel de afstand
tot het begin, midden en einde van de green, maar niet de
pinlocatie zelf.
Nummer van huidige hole
Afstand tot het einde van de green
Afstand tot het midden van de green
Afstand tot het begin van de green
Par voor de hole
Volgende hole
Vorige hole

De vlag verplaatsen

U kunt de green in meer detail bekijken en de pinlocatie
verplaatsen.
1
Selecteer in het hole-weergavescherm
2
Selecteer UP of DOWN om de pinlocatie te verplaatsen.
3
Selecteer
.
De afstanden op het hole-weergavescherm worden
bijgewerkt met de nieuwe pinlocatie. De pinlocatie wordt
alleen opgeslagen voor de huidige ronde.

Een shot meten

1
Sla de bal en kijk waar deze landt.
2
Selecteer
> Shot meten.
3
Loop of rijd rechtstreeks naar de bal.
De afstand wordt automatisch opnieuw ingesteld wanneer u
naar de volgende hole gaat.
4
U kunt op elk moment Herstel ingedrukt houden om de
afstand opnieuw in te stellen.
Layup­ en dogleg­afstanden weergeven
U kunt een lijst met layup- en dogleg-afstanden weergeven voor
par 4 en 5 holes.
Selecteer
> Layups.
Elke layup en de afstand tot elke layup verschijnen op het
scherm.
OPMERKING: afstanden worden uit de lijst verwijderd
wanneer u deze passeert.

Score bijhouden

1
Selecteer in het hole-weergavescherm
De scorekaart wordt weergegeven wanneer u op de green
staat.
2
Selecteer UP of DOWN om door de holes te bladeren.
3
Selecteer
om een hole te selecteren.
4
Selecteer UP of DOWN om de score in te stellen.
Uw totale score wordt bijgewerkt.

Een score bijwerken

1
Selecteer in het hole-weergavescherm
2
Selecteer UP of DOWN om door de holes te bladeren.
3
Selecteer
om een hole te selecteren.
> Verplaats vlag.
> Scorekaart.
> Scorekaart.
Activiteiten

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave