Type 3
A
E130765
A
Toerenteller
B
Snelheidsmeter
C
Koelvloeistoftemperatuurmeter
D
Brandstofmeter
E
Informatiecentrum. Zie Infodisplays (bladzijde 90).
Koelvloeistoftempe-
ratuurmeter
N.B.: Bij type 3 wordt deze meter
weergegeven binnen het
berichtencentrum; echter alleen wanneer
dit nodig is. Zie Infodisplays (bladzijde
90).
Geeft de temperatuur van de koelvloeistof
aan. Bij normale bedrijfstemperatuur blijft
de naald in het centrale gedeelte.
Instrumenten
E
D
Start de motor niet voordat de
oorzaak voor de oververhitting is
verholpen.
Wanneer de naald in de richting van 120°C
beweegt, is de motor oververhit. Schakel
de motor uit, schakel het contact uit en
stel de oorzaak vast zodra de motor is
afgekoeld. Zie Motorkoelvloeistof
controleren (bladzijde 235).
85
B
C
LET OP