WAARSCHUWINGEN
Breng alleen sneeuwkettingen aan
op gespecificeerde banden. Zie
Technische specificatie
(bladzijde 255).
LET OP
Wanneer uw auto is uitgerust met
wieldeksels, verwijder deze dan
voordat u sneeuwkettingen
monteert.
N.B.: Het ABS blijft normaal werken.
Gebruik alleen sneeuwkettingen met
kleine schakels.
Monteer alleen sneeuwkettingen op de
voorwielen.
Uitvoeringen met
stabiliteitsregeling (ESP)
Uitvoeringen met stabiliteitsregeling (ESP)
kunnen een wat ongebruikelijke
rijkarakteristiek vertonen, hetgeen kan
worden voorkomen door het systeem uit
te schakelen. Zie Gebruik maken van
stabiliteitsregeling (bladzijde 164).
BANDENSPANNINGCON-
TROLESYSTEEM
WAARSCHUWINGEN
Het systeem ontheft u niet van de
verantwoording om regelmatig de
bandenspanning te controleren.
Het systeem waarschuwt u alleen
voor een lage bandenspanning. Het
pompt de banden niet op.
Wanneer sneeuwkettingen zijn
gemonteerd, heeft het systeem
meer tijd nodig om een lage
bandenspanning te detecteren.
Velgen en banden
worden beschadigd. Een te lage
bandenspanning verhoogt het
brandstofverbruik, verkort de levensduur
van de banden en heeft een nadelige
invloed op de rijeigenschappen.
N.B.: Na het verwisselen van banden of
sensors heeft het systeem enkele
minuten nodig om te resetten. Tijdens
deze periode is het systeem in bedrijf,
maar het is mogelijk dat een
waarschuwingslamp wordt ingeschakeld.
Het systeem bewaakt de
bandenspanning m.b.v. sensors die zich
in de velgen bevinden en een ontvanger
in de auto. Wanneer het systeem
registreert dat de bandenspanning te laag
is, verschijnt een waarschuwingsbericht
op het informatiedisplay. Zie
Infoberichten (bladzijde 103).
Wanneer een waarschuwingsbericht voor
een lage bandenspanning op het
informatiedisplay wordt weergegeven,
controleer dan de bandenspanning zo
spoedig mogelijk en breng de spanning
op de voorgeschreven waarde. Zie
Technische specificatie (bladzijde
255). Wanneer dit zich regelmatig
voordoet, laat dan de oorzaak zo spoedig
mogelijk opsporen en verhelpen.
254
WAARSCHUWINGEN
Rijd niet met een aanzienlijk te lage
bandenspanning. Hierdoor kunnen
de banden oververhit raken en
LET OP
Buig of beschadig de ventielen niet
wanneer u de banden oppompt.
Laat banden door goed opgeleide
monteurs monteren.