Gebruik geen pannen met een te dunne bodem. De kookplaat kan
anders beschadigd raken.
Plaats altijd de bijgeleverde pannendrager(s). Het kookgerei mag
niet rechtstreeks op een brander worden gezet.
Plaats de pannendrager(s) van boven op de kookplaat, zodat er
geen krassen kunnen ontstaan.
Bewaar geen licht ontvlambare voorwerpen in de buurt van het
apparaat.
Verwijder vetspatten en andere brandbare verontreinigingen zo
spoedig mogelijk van de kookplaat. Er ontstaat anders brandgevaar.
Gerechten en vloeistoffen die zout bevatten, kunnen op roestvrij
staal corrosie veroorzaken. Verwijder dergelijke verontreinigingen
daarom meteen.
Bij gebruik van het apparaat ontstaan warmte, vocht en verbran-
dingsgassen. Zorg daarom voor voldoende ventilatie in de ruimte
waar het apparaat zich bevindt. Open een buitenraam of zorg voor
mechanische afzuiging (bijvoorbeeld via een afzuigkap).
Als u het apparaat lang en intensief gebruikt, is het aan te raden
de ruimte extra te ventileren, bijvoorbeeld door een buitenraam te
openen of door de afzuigkap op een hoge stand in te schakelen.
Gebruik geen braadpannen, pannen of grillstenen die zo groot zijn
dat zij meerdere branders bedekken. Door warmteophoping kan het
apparaat beschadigd raken.
Als het apparaat gedurende een ongebruikelijk lange tijd niet is
gebruikt, is het aan te bevelen het apparaat grondig te reinigen voor-
dat u het weer in gebruik neemt. Laat de correcte werking van het
apparaat zo nodig door een vakman controleren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
13