Sluit de reinigingsklep. Duw de klep voorzichtig naar de printer totdat beide grendels op hun plaats
7.
klikken.
Zet de printer rechtop.
8.
Open de voorklep en vervolgens de toegangsklep van de printkoppen.
9.
Sluit de printkopvergrendeling en vervolgens de kleppen.
10.
Sluit het netsnoer aan en schakel de printer in.
11.
Ontdek hoe u papierstoringen kunt vermijden
Houd u aan de volgende richtlijnen om papierstoringen te voorkomen.
Plaats voor de beste resultaten niet teveel papier in de invoerlade, maar zorg er wel voor dat deze
●
minstens 5 pagina's bevat.
Zorg ervoor dat je de printer ontstoft en vuil voorkomt door het papier te verwijderen en de invoerlade
●
te sluiten wanneer u deze niet gebruikt.
Verwijder regelmatig afgedrukte exemplaren uit de uitvoerlade.
●
Zorg dat het papier plat in de invoerlade ligt en dat de randen niet omgevouwen of gescheurd zijn.
●
Plaats verschillende papiersoorten en papierformaten niet gelijktijdig in de invoerlade. De gehele stapel
●
papier in de invoerlade moet van dezelfde papiersoort en van hetzelfde formaat zijn.
Gebruik HP papier voor optimale prestaties. Zie
meer informatie over HP papier.
Verschuif de papierbreedtegeleider in de invoerlade totdat deze vlak tegen het papier aanligt. Zorg dat
●
de papierbreedtegeleider het papier in de papierlade niet buigt.
NLWW
Elementaire informatie over papier op pagina 9
Papierstoringen en problemen met papieraanvoer
voor
97