Bedienings- en installatiehandleiding
Overeenkomstig de installatieschema's (
getekend. Boorgaten met een diameter van ø 18 mm en een minimale diepte van 145 mm in de wand boren.
Aansluitend de meegeleverde wandophangplaten
stroefdraadstangen en wandanker aanbrengen en daarna in de hoogte en in rechte lijn uitlijnen.
De wandankermoeren aandraaien met een aanhaalmoment van 80 Nm. Apparaat met een waterpas door het verstellen
van de stelschroef (S) nivelleren.
W
Wandophangplaten
S
Stelschroeven met contramoer
4.6.3
Apparaat verbinden
De opstelling van het eerste apparaat vindt plaats overeenkomstig de geldige installatieschema's
paragrafen 4.2 t/m 4.3). De overige apparaten worden met het eerste apparaat qua hoogte en vlakheid uitgelijnd,
genivelleerd en aansluitend bevestigd.
(toebehoren) en zorgt voor een naadloze overgang van de afzonderlijke apparaten t.o.v. een apparatengroep.
│
NL
01-2020
│
Pro Thermetic
→
zie paragraaf 4.2 t/m 4.3) moeten de ankergaten vooraf op de wand worden
(W) met de wandbevestigingskit (toebehoren), bestaande uit
De verbindingen vinden plaats met behulp van de verbindingsrailkit
87.8080.01
│
Staande braadpan PFEN-E
S
W
→
(
zie
22