Toepassingsblad no. 4 Master Slave
De master wordt aangestuurd op basis van een toerenopdracht met een 0-10V of 4-
20mA signaal of op basis van positie met een puls en richtingssignaal
(stappenmotorinterface).
Let op de volgende beperkingen:
Voor positiesynchroonloop dient de verhouding tussen de reducties
(vertraging) van master en slave een geheel getal te zijn of een exacte breuk
waarbij teller en noemer niet meer als als 4 decimalen bezit. Voor
toerengelijkloop geldt deze beperking uiteraard niet.
Het refereren van de slave t.o.v. de master kan alleen indien de master stilstaat. De
richting en snelheid van referereren kan met een 2 tal parameters in de slave worden
ingesteld.
Vanwege de regeldynamiek adviseren wij de encoder op de motor te plaatsen met
een pulstal van 1024inc/rev of hoger.
Per toepassing zullen extra vergrendelingen noodzakelijk zijn. Zo zal veelal als de
slave in storing valt de master ook dienen te stoppen. Raadpleeg Hiflex om uw
toepassing in detail door te spreken.
54