Uitbreidingsfuncties groep C "Intelligente klemmen"
C01-C08
Elke ingangsklem kan met onderstaande functie worden geprogrammeerd:
01 RV–linksom draaien
02 CF1–voorkeuzefrequentie 1
03 CF2–voorkeuzefrequentie 2
04 CF3–voorkeuzefrequentie 3
05 CF4–voorkeuzefrequentie 4
06 JG–tippen
07 DB–gelijkstroomremmen
e
08 SET–2
parameterset
e
09 2CH–2
integrator
11 FRS–Free Run Stop
(impulssperre)
12 EXT–externe fout ingang
13 USP–herstartbeveiliging
14 CS-vangfunctie
15 SFT–software slot
16 AT–omschakeling, keuze tussen een
0 – 10V / 4 – 20mA /-10 – 10V signaal
e
17 3
parameterset
18 RS–reset
20 STA- start (3 draads bediening)
21 STP – stop(3 draads bediening)
22 F/R - draairichting (3 draads bediening)
Standaardmatig zijn de ingangsklemmen geprogrammeerd met de functies
zoals genoemd in het aansluitschema (zie hoofdstuk installatie).
20
Functiekeuze ingangsklemmen 1 t/m 8
23 PID - deactivering PID regelaar
24 PIDC - reset I-deel PID regelaar
26 CAS – omschakeling control gain
27 UP– accelereren motorpotentiometer
28 DWN–decelereren motorpotentiometer
29 UDC – terug naar startwaarde
motorpotentiometer
31 OPE – forceer start via toetsenbord
32 – 38 SF1 – SF7 voorkeuzefrequentie
1 – 7 bit selectie
39 OLR – omschakeling
overbelastingsgrens
40 TL activeer 4Q koppelgrenzen
e
41 TRQ1 – 1
koppelgrens
e
42 TRQ2 – 2
koppelgrens
43 PPI – omschakeling P/PI
44 BOK – terugmelding rem in
45 ORT – homing op Z-puls
46 LAD- overbrugging integrator
47 PCLR – maak positieafwijking nul
48 STAT – volgen op pulstrein
no NO – geen functie