2
Afdrukken
De meeste afdrukinstellingen worden door de softwaretoepassing automatisch
afgehandeld. U dient de instellingen alleen handmatig te wijzigen als u de
afdrukkwaliteit wilt veranderen, als u wilt afdrukken op speciale papiersoorten, als u het
papierformaat wilt wijzigen of als u speciale functies wilt gebruiken. Voor meer
informatie over het selecteren van de beste afdrukmaterialen voor uw documenten, zie
Afdrukmateriaal selecteren.
Dit gedeelte bevat de volgende onderwerpen:
•
Documenten afdrukken
•
Brochures afdrukken
•
Afdrukken op enveloppen
•
Een webpagina afdrukken
•
Foto's afdrukken
•
Afdrukken op afdrukmateriaal van speciaal formaat
•
Documenten zonder rand afdrukken
•
Afdrukken op beide zijden (dubbelzijdig afdrukken)
Documenten afdrukken
Opmerking Met sommige papiersoorten kunt u op beide zijden van een blad
papier afdrukken ("dubbelzijdig afdrukken" of "duplex afdrukken"). Zie Afdrukken op
beide zijden (dubbelzijdig afdrukken) voor meer informatie.
Volg de instructies voor uw besturingssysteem.
•
Documenten afdrukken (Windows)
•
Documenten afdrukken (Mac OS X)
Documenten afdrukken (Windows)
1.
Plaats papier in de lade. Zie Afdrukmateriaal laden voor meer informatie.
2.
Klik in het menu Bestand van het programma op uw computer op Afdrukken.
3.
Zorg ervoor dat de printer die u wilt gebruiken geselecteerd is.
4.
Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent om de
instellingen te wijzigen.
Afhankelijk van de softwaretoepassing heeft deze knop de naam
Eigenschappen, Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5.
Wijzig de papierrichting op het tabblad Opmaak en de papierbron, papiersoort,
papierformaat, en kwaliteitsinstellingen op het tabblad Papier/Kwaliteit. Klik op
de knop Geavanceerd en wijzig de optie Afdrukken in grijstinten om in zwart-
wit af te drukken.
6.
Klik op OK.
7.
Klik op Afdrukken of OK om het afdrukken te starten.
Afdrukken
31