Hoofdstuk 5
Opmerking De getoonde inktniveaus zijn alleen een schatting. De werkelijke
inktniveaus kunnen verschillen.
Installeer de inktcartridge direct nadat u deze uit de verpakking hebt verwijderd.
Verwijder een cartridge niet voor langere tijd uit de printer.
Als u wilt weten welke inktcartridges bestemd zijn voor gebruik met de printer,
raadpleegt u Benodigdheden.
Let op U mag de inktsproeiers of koperen strips van de inktcartridges niet
aanraken of de koperen strips verwijderen om verstoppingen, inktstoringen of
slechte elektrische verbindingen te voorkomen.
U vervangt de printcartridges als volgt:
Volg deze instructies om een inktcartridge te vervangen.
1.
Neem de nieuwe inktcartridge uit de verpakking en trek aan het gekleurde lipje
om de beschermfolie van de cartridge te verwijderen.
1 Koperkleurige contactpunten
2 Plastic tape met roze treklipje (moet voorafgaande aan de installatie worden
3 Inktsproeiers onder tape
2.
Open de toegangsklep van de cartridges terwijl de printer aanstaat. Wacht tot de
wagen stilstaat. Dit duurt slechts enkele seconden.
Let op Verwijder of installeer inktcartridges pas nadat de cartridgewagen is
gestopt.
54
Werken met printcartridges
verwijderd)