BIJLAGE — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Symptoom
Er is geen steunstof (onderlaag)
gebruikt.
Het borduurraam is niet correct aan
de wagen bevestigd.
De wagen of het borduurraam loopt
ergens tegenaan.
Het
De stof blijft hangen of zit ergens vast.
borduurpatroon is
scheefgetrokken.
De wagen beweegt terwijl u het
borduurraam verwijdert.
Het ontwerp is niet goed
gedigitaliseerd.
De draadspanning van de
bovendraad is laag.
Er zitten lussen in
de bovendraad.
258
Waarschijnlijke oorzaak
Oplossing
Gebruik steunstof (onderlaag) als u
borduurt op dunne stoffen of
stretchstoffen, stoffen met een grove
weving of stoffen waarbij de steken
kunnen krimpen.
<Bij gebruik van het optionele
petraam>
Gebruik een stevige steunstof als u
op een pet van zacht materiaal
borduurt.
Bevestig het borduurraam correct
aan de wagen. Zorg dat de pennen
aan de linker- en rechterarmen van
de borduurraamhouder goed
vastzitten in de gaten in de hendels
van het borduurraam.
Het patroon kan scheeftrekken als de
wagen of het borduurraam ergens
tegenaan loopt. Zorg dat er zich geen
voorwerpen binnen het bereik van
het borduurraam bevinden.
Stop de machine en corrigeer de
plaatsing van de stof.
Het patroon kan scheeftrekken als de
persvoet wordt geraakt of als de
wagen wordt verplaatst terwijl u de
spoeldraad vervangt, de naald
vervangt of u in de buurt van het
borduurraam werkt.
Ga voorzichtig te werk bij het
verwijderen en bevestigen van het
borduurraam terwijl u de spoeldraad
vervangt, de naald vervangt of u in
de buurt van het borduurraam werkt.
Als de wagen wordt verplaatst, zet u
de machine uit en vervolgens weer
aan. De juiste positie van het raam
op het moment dat de machine werd
gestopt, wordt opgeslagen in het
geheugen van de machine. Het
borduurraam wordt vervolgens
teruggeplaatst in de juiste positie.
Het ontwerp heeft misschien meer
trekcompensatie of onderlaag nodig
voor stretchstoffen of stoffen met veel
noppen.
Nadat u de bovendraad door het gat
in de persvoet hebt geregen, trekt u
met de hand aan de draad om de
draadspanning te controleren. Als dit
moeilijk te bepalen is, vergelijkt u de
spanning met andere naaldstangen
waarbij geen lusvorming optreedt.
Pagina
p. 90
p. 49
p. 113