ANDERE BASISPROCEDURES — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
1
2
3
4
5
6
7
Voorbeeld: oorspronkelijke hoek
1 Draait 1 graad naar rechts
2 Draait 10 graden naar rechts
3 Draait 90 graden naar rechts
4 Draait 90 graden naar links
5 Draait 10 graden naar links
6 Draait 1 graad naar links
7 Druk op deze toets om dit scherm te sluiten.
8 Verplaatst het patroon in de richting van de pijl
op de toets.
9 Druk op deze toets om terug te keren naar de
oorspronkelijke hoek.
98
2
Druk op deze toetsen om het patroon in de
gewenste hoek te zetten.
Telkens als u op een toets drukt, wordt het
patroon gedraaid.
8
9
1 Geeft de hoek van het patroon weer nadat op
een toets is gedrukt om deze te wijzigen.
• Als u het patroon in de oorspronkelijke
hoek wilt terugzetten, drukt u op
3
Druk, indien nodig, op de pijltoetsen om de
positie van het patroon te wijzigen.
Zie pagina 96 voor meer informatie.
4
Druk zonodig op
Zie pagina 51 voor meer informatie.
Nadat u de gewenste wijzigingen hebt
5
doorgevoerd, drukt u op
Het borduurinstellingenscherm wordt opnieuw
weergegeven.
en vervolgens op
om het borduurvlak te controleren.
.
1
.