— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Als de draad breekt of de spoeldraad tijdens het
borduren opraakt
Als de draad breekt of de spoeldraad opraakt tijdens het borduren, stopt de machine automatisch.
Aangezien sommige steken misschien met maar één draad zijn gemaakt, gaat u voor u verder gaat met
borduren terug naar een punt waar al steken zijn gemaakt.
● Als de draadsensor is uitgeschakeld, stopt
de machine pas wanneer het borduren is
voltooid. Normaliter moet de draadsensor
ingeschakeld zijn. Zie pagina 204.
● Ga voorzichtig te werk wanneer u
achteruit of vooruit door de steken gaat,
het borduurraam beweegt namelijk mee.
Als de bovendraad breekt
1
Rijg de bovendraad opnieuw in. (Zie
pagina 55.)
2
Druk op
Het steeknavigatiescherm wordt
weergegeven.
Druk op
3
door het borduurwerk tot een punt waar al
steken zijn gemaakt.
Opmerking
.
en
om terug te gaan
Als de draad breekt of de spoeldraad tijdens het borduren opraakt
1 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u een
steek terug.
2 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u tien
steken terug.
Het borduurraam wordt verplaatst. Ga terug
tot het punt waar al steken zijn gemaakt.
Als de naaldstang te ver is teruggegaan door
het borduurwerk, drukt u op
om vooruit te gaan.
1 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u een
steek naar voren.
2 Elke keer als u op deze toets drukt, gaat u tien
steken naar voren.
1
2
3
of
1
2
105