3
3.9.4
Legenda
1 bracket
2 rookgassensor
3 bevestigingsbeugeltje
4 steker
5 sensorkabel
3.10 Elektrische
aansluiting
3.10.1
28
Installatie
Montage rookgassensor
Op de bedieningszuil zit een plastic zakje met daarin de rookgassensor en
bijbehorende bevestigingsmaterialen.
De kabel van de sensor is aangesloten in de bedieningszuil en nog niet
verbonden met de sensor. Deze kabel zit aan de bovenzijde van de
bedieningszuil.
Rookgasbeveiliging
1
2
4
Monteer de rookgassensor als volgt:
1. Haal de bracket (1) - met daarin de rookgassensor (2) gemonteerd - uit de
verpakking.
2. Plaats de bracket in de trekonderbreker en schroef de bracket vast.
3. Buig de bevestigingsbeugeltjes (3) om de kabel van de rookgassensor.
4. Klik de steker (4) van de sensorkabel (5) op de rookgassensor.
5. Schroef de bevestigingsbeugeltjes (3) vast in de trekonderbreker en het
toestel.
Waarschuwing
De installatie dient te geschieden door een erkend installateur en
overeenkomstig de algemeen en plaatselijke geldende
voorschriften (1.3 "Voorschriften").
Inleiding
In deze paragraaf komen achtereenvolgens aan de orde:
•
Voorbereiding;
•
Netspanning aansluiten;
•
Rookgasklep aansluiten.
Optioneel kunnen een scheidingstransformator, een continupomp, een regeling
gestuurde pomp, een extra ON-mode schakelaar en een extra storingsmelder
op het toestel worden aangesloten. Zie hiervoor:
•
Scheidingstransformator aansluiten;
•
Continupomp aansluiten;
•
Shuntpomp aansluiten;
•
Extra On-mode schakelaar ("Tank ON") aansluiten;
•
Extra storingsmelder ("Alarm UIT") aansluiten.
Opmerking
De optionele componenten zijn niet meegenomen in het opgegeven
opgenomen elektrisch vermogen zoals aangegeven in de
tabel (3.4.2 "Algemene en elektrische gegevens").
5
3
Instructiehandleiding ADMR
is
IMD-0120 R1