Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Veiligheid Van De Installatie; Rookgasafvoerbeveiliging; Ionisatiepen; Inlaatcombinatie En Reduceerventiel - AO Smith ADMR-40 Installatie-, Gebruikers En Servicehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

gis
2.4.2
Beveiliging
Tegen vorst
(T1 < 5 °C of T2 < 5 °C)
Op maximale watertemperatuur
(T1 > 85 °C of T2 > 85 °C)
Voor extra veiligheid
(T1 > 93 °C of T2 > 93 °C)
2.4.3
2.4.4
2.5
Veiligheid van de
installatie
2.5.1
2.5.2
Instructiehandleiding ADMR
Beveiliging watertemperatuur
De elektronische besturing bewaakt met temperatuursensor T1 (7) en
temperatuursensor T2 (13), drie temperaturen die betrekking hebben op de
veiligheid. De tabel verklaart de werking van de temperatuursensoren.
Temperatuurbeveiliging
Omschrijving
De vorstbeveiliging grijpt in. Het water wordt verwarmd tot 20 °C.
De maximaalbeveiliging dient om oververhitting en/of overmatige kalkvorming
in het toestel te voorkomen. Indien de maximaalbeveiliging ingrijpt, stopt de
verwarming. Hierdoor koelt het water in de tank af. Als het water voldoende is
afgekoeld (T1 < 78 °C), reset de elektronische besturing het toestel.
Er treedt een vergrendelende storing van de boilerregeling op. De regeling
moet handmatig gereset worden alvorens het toestel weer in bedrijf genomen
kan worden (8.3 "Storingstoestanden"). De reset kan pas worden uitgevoerd
als T
< 78 °C.
1

Rookgasafvoerbeveiliging

De rookgassen worden via de trekonderbreker (33) en het rookgasafvoerkanaal
naar buiten geleid. Om te voorkomen dat rookgassen in de opstellingsruimte
terecht komen, wordt de afvoer hiervan bewaakt door een zogenaamde
Rookgassensor (34). Hiertoe is in de trekonderbreker een rookgassensor
geplaatst. Deze sensor is uitgerust met een temperatuurgevoelige weerstand
(NTC). Met behulp van deze weerstand meet de elektronische besturing de
temperatuur. Onder normale omstandigheden is dit de omgevingstemperatuur.
Echter, als er onvoldoende trek is (bijvoorbeeld door een geblokkeerde
schoorsteen) zullen de rookgassen 'terugslaan' en langs de rookgassensor
stromen. De sensor meet dan een te hoge temperatuur. De elektronische
besturing grijpt nu direct in.

Ionisatiepen

Om ervoor te zorgen dat er geen gas stroomt als er geen verbranding is, is een
ionisatiepen (21) aangebracht. De elektronische besturing gebruikt deze pen
voor vlamdetectie d.m.v. ionisatiemeting. De elektronische besturing sluit de
gasklep zodra deze vaststelt dat er geen vlam is terwijl er wel gas vloeit.
Naast de standaard beveiliging van het toestel (2.4 "Beveiliging van het
toestel") moet de installatie verder beveiligd worden met een inlaatcombinatie
en reduceerventiel. Optioneel kan een T&P-ventiel worden toegepast.

Inlaatcombinatie en reduceerventiel

Een te hoge druk in de tank kan de geëmailleerde laag (in het toestel) of de tank
beschadigen. Een inlaatcombinatie en drukreduceerventiel voorkomen dit. De
inlaatcombinatie functioneert als afsluiter, terugslagklep en overstortventiel.
Indien de waterleidingdruk te hoog is (> 8 bar) moet een drukreduceerventiel
worden toegepast. Beide onderdelen dienen in de
koudwaterleiding (3.7.1 "Koudwaterzijdig") gemonteerd te worden.
T&P-ventiel
Een T&P-ventiel (Temperature and Pressure Relief Valve = Temperatuur- en
drukreduceerventiel) bewaakt de druk in de tank en watertemperatuur bovenin
de tank. Indien de druk in de tank te hoog wordt (> 10 bar) of de
watertemperatuur te hoog (> 97 °C) zal het ventiel openen. Het hete water kan
nu uit de tank stromen. Omdat het toestel onder waterleidingdruk staat, zal
automatisch koud water de tank in stromen. Het ventiel blijft open totdat de
onveilige situatie is opgeheven. Het toestel heeft standaard een aansluitpunt
voor een T&P-ventiel (3.7.2 "Warmwaterzijdig").
13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Admr-50Admr-60Admr-80Admr-90Admr-115Admr-135

Inhoudsopgave