3.
Druk op toets [▲] of [▼] om het eerste cijfer van de MMSI
van het schip waarmee u contact wilt opnemen te selecteren
en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT] om naar
het volgende cijfer te gaan.
4.
Herhaal stap 3 om het MMSI-nummer volledig in te voeren.
Mocht u een fout gemaakt hebben bij het invoeren van
het MMSI-nummer, druk dan op de toetsen [▲]/[▼]/[◄]/
[►] om "←" of "→" te selecteren, druk op de schermtoets
[SELECT] totdat het onjuiste teken wordt geselecteerd en
voer vervolgens stap 3 uit.
5.
Druk zodra u klaar bent met het invoeren van het MMSI-nummer, op de schermtoets
[FINISH].
6.
Als u de positie die wordt weergegeven wilt wijzigen, moet u op de schermtoets
[POS/TM] drukken om naar het positiegegevensinvoerscherm te gaan. Druk nadat
u nieuwe positiegegevens hebt ingevoerd, ter bevestiging op schermtoets [FINISH].
7.
Druk op schermtoets [YES] om uw positie naar het
geselecteerde schip te versturen.
8.
Druk op schermtoets [QUIT] om terug te keren naar
marifoonbediening.
11.7.2 Een DSC-positiemeldingsoproep ontvangen
Wanneer een andere operator de locatie van zijn of haar schip naar een andere ontvanger
van de GX1850GPS/E-GX1800GPS/E- serie zendt, zal er het volgende gebeuren:
1.
Wanneer er een positiemeldingsoproep van een ander schip
wordt ontvangen, klinkt er een belsignaal.
2.
Druk op een willekeurige toets om het belsignaal uit te
zetten.
3.
Druk op de schermtoets [QUIT] om de marifoonmodus te
verlaten.
11.7.3 Naar de gemelde positie navigeren
De marifoon beschikt over een functie met behulp waarvan naar een ontvangen
positiemeldingsoproep genavigeerd kan worden met behulp van de kompasweergave.
Navigatie naar de locatie van een positiemeldingsoproep kan worden ingeschakeld door
de procedure hieronder te volgen.
1.
Druk op schermtoets [TO WPT].
59