EEN IFIT-TRAINING GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel biedt toegang tot een grote en
gevarieerde bibliotheek van iFIT-trainingen wanneer u
de iFIT-app naar uw smart-toestel downloadt en dit op
het bedieningspaneel aansluit.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt Bluetooth-
verbindingen naar smart-toestellen via de iFIT-app en
naar compatibele hartslagmonitoren. Andere Bluetooth-
verbindingen worden niet ondersteund.
1. Download en installeer de iFIT-app op uw
smart-toestel.
Open op uw iOS
of Android™ smart-toestel, de
®
App Store℠ of de Google Play™ winkel, zoek naar
de gratis iFIT-app en installeer dan de app op uw
smart-toestel. Zorg ervoor dat de Bluetooth-
optie op uw smart-toestel is ingeschakeld.
Open dan de iFIT-app en volg de instructies om
een iFIT-account aan te maken en instellingen aan
te passen.
Neem de tijd om de iFIT-app te ontdekken en
meer te weten te komen over de functies en
instellingen ervan.
2. Sluit uw hartslagmonitor indien gewenst aan op
het bedieningspaneel.
Indien u zowel uw hartslagmonitor als uw
smart-toestel op het bedieningspaneel wilt aan-
sluiten, dient u eerst uw hartslagmonitor aan
te sluiten voordat u uw smart-toestel aansluit.
Zie UW HARTSLAGMONITOR OP HET BEDIE-
NINGSPANEEL AANSLUITEN op bladzijde 20.
3. Uw smart-toestel aansluiten op het
bedieningspaneel.
Druk op de iFIT-toets op het bedieningspaneel;
het koppelingsnummer van het bedieningspaneel
wordt op de display weergegeven. Volg vervolgens
de instructies op de iFIT-app om uw smart-toestel
op het bedieningspaneel aan te sluiten. Wanneer
uw smart-toestel is aangesloten, zal het Bluetooth-
pictogram in de display verschijnen.
4. Kies een iFIT-training.
Druk in de iFIT-app op de toetsen onderaan het
scherm voor het selecteren van het startscherm
(toets Home) of de trainingsbibliotheek (toets
Browse).
Als u een training uit het startscherm of de trai-
ningsbibliotheek wilt selecteren, drukt u op de
gewenste training-toets op het scherm. Veeg of
tik met uw vinger over het scherm om omhoog of
omlaag te scrollen.
Als u een training kiest, geeft het scherm een
overzicht van de training weer met informatie over
de duur en de afstand van de training, en het
geschatte aantal calorieën dat u tijdens de training
verbrandt.
5. De training starten.
Druk op Start Workout (training starten) om de
training te starten.
Tijdens sommige trainingen zal een iFIT-coach
u begeleiden door een meeslepende videotrai-
ning. Raak het scherm op een open plek aan om
muziek-, trainerstem- en volume-opties voor de
training te bekijken en te selecteren.
Tijdens sommige trainingen geeft het scherm een
kaart van de route weer en toont een markering uw
voortgang. Druk op de toetsen op het scherm om
de gewenste kaartopties te selecteren.
Als de weerstandsinstelling voor het huidige
segment van de training te hoog of te laag is,
kunt u de instelling handmatig veranderen door te
drukken op de toename- en afnametoets op het
bedieningspaneel.
Druk op Follow Trainer (trainer volgen) om terug te
keren naar de geprogrammeerde weerstandsinstel-
lingen van de training.
Let op: Het caloriedoel dat in de trainingsbe-
schrijving wordt weergegeven, is een schatting
van het aantal calorieën dat u tijdens de trai-
ning verbrandt. Het daadwerkelijke aantal
calorieën dat u verbrandt, hangt af van verschil-
lende factoren, waaronder uw gewicht. Als u
bovendien tijdens de training het weerstandsni-
veau handmatig wijzigt, heeft dat invloed op het
aantal calorieën dat u verbrandt.
Druk eenvoudigweg op het scherm of stop met
fietsen om de training te pauzeren. Begin weer
te fietsen om door te gaan met uw training.
19