Waypoints opslaan
U kunt een waypoint op een geselecteerde positie opslaan door de cursor in het paneel te
plaatsen en de optie Nieuw waypoint in het menu te selecteren.
Fishfinder historie bekijken
Wanneer de cursor op een fishfinder paneel wordt weergegeven, is de verschuifbalk
zichtbaar onder aan het paneel. De verschuifbalk toont het beeld dat u momenteel bekijkt in
verhouding tot de totale opgeslagen fishfinder beeldhistorie.
Als de verschuifbalk helemaal rechts is, geeft dat aan dat u de laatste beelden bekijkt.
Wanneer u de cursor aan de linkerkant van het scherm plaatst, begint de historiebalk naar
links te verschuiven en is het automatisch verschuiven terwijl nieuwe beelden worden
ontvangen uitgeschakeld.
U kunt de fishfinder historie bekijken door het beeld te verschuiven.
Om het normale verschuiven te hervatten, selecteert u de menuoptie Cursor wissen.
Het fishfinder beeld instellen
Het bereik
De bereik instelling bepaalt de waterdiepte die zichtbaar is op het scherm.
Auto bereik
Wanneer u Auto selecteert, toont het systeem automatisch het hele bereik van het
wateroppervlak tot aan de bodem.
Vooraf ingestelde bereikniveaus
U kunt verschillende vooraf ingestelde bereikniveaus selecteren.
Aangepast bereik
Bij deze optie kunt u handmatig de bovenste en onderste limiet van het bereik instellen.
Het fishfinder paneel kan als enkele weergave worden getoond, of in een gesplitste
weergave, waarbij de linker- en rechterkant verschillende beelden weergeven.
Echo frequentie
De NSO evo2 ondersteunt diverse transducer frequenties. Welke frequenties beschikbaar zijn,
is afhankelijk van de sonar module en het aangesloten transducer model.
U kunt twee frequenties tegelijk bekijken, door twee fishfinder panelen in te stellen.
Kleur en gain instellingen
De Gain en Kleur bedieningselementen bevinden zich aan de linkerkant van het fishfinder
paneel. U selecteert de verschillende elementen door ze te selecteren, of door de draaiknop
in te drukken op een OP40. Het actieve element wordt vergroot en toont zijn volledige naam.
Vervolgens kunt u de waarde instellen met behulp van de schuifbalk of door de draaiknop te
draaien op de OP40.
U kunt de beeldinstellingen ook via het fishfinder menu aanpassen.
Gain
Met de gain regelt u de gevoeligheid van de fishfinder.
Hoe hoger u de gain zet, des te meer details worden er in het beeld getoond. Een hogere
gain instelling kan echter ook leiden tot meer achtergrondruis op het beeld. Als de gain te
laag wordt ingesteld, worden zwakke echo's mogelijk niet weergegeven.
Auto gain
Met de Auto gain optie houdt u de gevoeligheid op een niveau dat in de meeste
omstandigheden goed werkt.
Met de gain in auto modus kunt u een positieve of negatieve offset instellen, die op de auto
gain wordt toegepast. Deze wordt aangeduid als A-40 - A40.
70
Fishfinder
| NSO evo2 Bedieningshandleiding