Het radarbeeld instellen
U kunt het radarbeeld mogelijk verbeteren door de radar gevoeligheid aan te passen en
willekeurige echo's van zee- en weersomstandigheden uit te filteren.
De radar bedieningselementen bevinden zich in de rechter bovenhoek van het radar paneel.
U selecteert de verschillende elementen door ze te selecteren, of door de draaiknop in te
drukken op een OP40. Het actieve element wordt vergroot en toont zijn volledige naam.
Vervolgens kunt u de waarde instellen met behulp van de schuifbalk of door de draaiknop te
draaien op de OP40.
U kunt de beeldinstellingen ook via het radar menu aanpassen.
Gain
Met de gain regelt u de gevoeligheid van de radar ontvanger.
Bij een hogere gain is de radar gevoeliger voor radar echo's, zodat hij zwakkere doelen kan
weergeven. Als de gain te hoog wordt gezet, kan het beeld rommelig worden door
achtergrondruis.
Gain heeft een handmatige en een automatische stand. U wisselt tussen automatisch en
handmatig m.b.v. de schuifbalk, of door de draaiknop ingedrukt te houden.
Sea clutter
Sea clutter wordt gebruikt om het effect van willekeurige echo's van golven of ruw water
dicht bij de boot uit te filteren.
Wanneer u Sea clutter hoger zet, wordt het uitfilteren van ruis op het scherm veroorzaakt
door echo's van golven verminderd.
Het systeem heeft ook vooraf gedefinieerde Sea clutter instellingen voor haven en offshore
omstandigheden, naast de handmatige modus, waarin u de instelling zelf kunt aanpassen. U
kunt de Sea clutter modi via het menu selecteren, of door de draaiknop lang ingedrukt te
houden. U kunt de Sea clutter waarde alleen in de handmatige modus aanpassen.
Rain clutter
Rain clutter wordt gebruikt om de effecten van regen, sneeuw of andere
weersomstandigheden op het radarbeeld te verminderen.
Deze waarde moet niet te hoog worden gezet, omdat echte doelen dan mogelijk ook
worden uitgefilterd.
Radar storing onderdrukken
Storing kan worden veroorzaakt door radarsignalen van andere radar apparatuur die in
dezelfde frequentieband werkt.
Bij een hoge instelling wordt storing afkomstig van andere radars verminderd.
Om geen zwakke doelen te missen, moet de storingsonderdrukking op Laag worden gezet
wanneer er geen storing is.
De optie Storingsonderdrukking voor radar is beschikbaar via het menu.
61
Radar
| NSO evo2 Bedieningshandleiding