Radar werkstanden
De werkstanden van de radar worden bediend vanaf het NSO evo2 apparaat. De volgende
werkstanden zijn beschikbaar:
Uit
De stroomtoevoer naar de radar scanner is uitgeschakeld.
Standby
De stroomtoevoer naar de radar scanner is ingeschakeld, maar de radar is niet aan het
zenden.
Zenden
De scanner is ingeschakeld en aan het zenden. Gedetecteerde doelen worden op het
radarscherm (PPI, Plan Position Indicator) getekend.
Radar bereik
U kunt het radar bereik instellen door de draaiknop te draaien, of met behulp van de zoom
knoppen op het radar paneel.
Gebruik van de cursor op een radar paneel
De cursor wordt standaard niet in een radar paneel weergegeven.
Wanneer u de cursor op het radar paneel plaatst, wordt het cursor venster geactiveerd.
De cursor kan worden gebruikt om een afstand naar een doel te meten en doelen te
selecteren, zoals verderop in dit hoofdstuk wordt beschreven.
Om de cursor en cursor elementen uit het paneel te verwijderen, selecteert u Cursor
wissen, of drukt u op de X toets.
Ga naar cursor
U kunt naar een geselecteerde positie op het beeld navigeren, door de cursor op het paneel
te plaatsen en vervolgens de optie Ga naar cursor in het menu te selecteren.
De Cursor hulp functie
Bij gebruik van een touchscreen maakt de cursor hulp functie fijninstelling en precies
plaatsen van de cursor mogelijk zonder details met een vinger te bedekken.
Houd met uw vinger op het scherm ingedrukt om het cursor symbool te veranderen in een
selectiecirkel, die boven uw vinger verschijnt.
Zonder uw vinger van het scherm te nemen, sleept u de selectiecirkel boven het gewenste
item om informatie daarover weer te geven.
Wanneer u de vinger van het scherm neemt, verandert de cursor weer in de normale cursor.
Waypoints opslaan
U kunt een waypoint op een geselecteerde positie opslaan door de cursor in het paneel te
plaatsen en de optie Nieuw waypoint in het menu te selecteren.
60
Radar
| NSO evo2 Bedieningshandleiding