Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Start Van De Brander; Ontsteking Van De Brander; Regeling Van De Brander; Vermogen Bij De Ontsteking - Riello RS 45/M BLU Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud

Gasventilatorbranders
Inhoudsopgave

Advertenties

6.4

Start van de brander

Sluit de afstandsbedieningen en zet de schakelaar 1)(Afb. 25) in
de stand "MAN".
Controleer, zodra de brander start, de rotatierichting van de waai-
er van de ventilator vanaf de vlamviewer 18)(Afb. 6 op pag. 13).
Controleer of de lampjes of de testers aangeslo-
ten op de elektromagnetische kleppen, of de con-
trolelampjes op de elektromagnetische kleppen
GEVAAR
zelf afwezigheid van spanning aangeven.
Geven deze spanning aan, stop dan de brander on-
middellijk en controleer de elektrische verbindingen.
6.5

Ontsteking van de brander

Na de onder het vorige punt beschreven handelingen te hebben
uitgevoerd dient de brander aan te slaan.
Als de motor start maar de vlam niet ontstoken wordt en de bran-
der vergrendelt, de brander ontgrendelen en een nieuwe startpo-
ging doen.
6.6

Regeling van de brander

Om een optimale afstelling van de brander te verkrijgen, is het
noodzakelijk de verbrandingsgassen te analyseren aan de uit-
gang van de ketel.
Ga in volgende volgorde te werk:
1

Vermogen bij de ontsteking

2

Maximumvermogen

3
Minimumvermogen
4
Tussenliggende vermogens
5
Luchtdrukschakelaar
6
Minimumgasdrukschakelaar
6.6.1
Vermogen bij de ontsteking
Volgens norm EN 676.
Branders met MAX. vermogen tot 120 kW
De ontsteking kan uitgevoerd worden aan het max. werkingsver-
mogen.
Voorbeeld:
max. werkingsvermogen:
max. vermogen bij ontsteking:
Branders met MAX. vermogen boven 120 kW
De ontsteking dient te worden uitgevoerd op een vermogen dat
lager is dan het max. werkingsvermogen.
Als het vermogen bij de ontsteking niet boven 120 kW gaat, is
geen enkele berekening vereist. Als het vermogen bij de ontste-
king daarentegen boven 120 kW ligt, dan bepaalt de norm dat de
waarde moet worden berekend in functie van de veiligheidstijd
"ts" van de elektrische controledoos:
bij ts = 2s moet het vermogen bij de ontsteking gelijk aan of
lager dan 1/2 van het maximum werkingsvermogen zijn;
bij ts = 3s moet het vermogen bij de ontsteking gelijk aan of
lager dan 1/3 van het maximum werkingsvermogen zijn.
Voorbeeld:
MAX werkingsvermogen 600 kW. Het vermogen bij de ontsteking
moet gelijk aan of hoger zijn dan:
300 kW met ts = 2s
200 kW met ts = 3s
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
120 kW
120 kW
D791
Wanneer de ontsteking nog niet gebeurt, kan het zijn dat het gas
de branderkop niet bereikt binnen de veiligheidstijd van 3s.
Verhoog dan het gasdebiet bij de ontsteking. De U-vormige mano-
meter geeft aan wanneer het gas de mof bereikt (Afb. 23 op pag. 24).
Na de ontsteking moet de brander volledig afgesteld worden.
Om het vermogen te meten bij de ontsteking:
➤ koppel de stekker-stopcontact 23)(Afb. 6 op pag. 13) op de
kabel van ionisatiesonde los (de brander slaat aan en ver-
grendelt na de veiligheidstijd);
➤ voer 10 ontstekingen met daaropvolgende vergrendelingen uit;
➤ lees op de teller de hoeveelheid verbrand gas af:
deze hoeveelheid moet gelijk aan of lager dan het resultaat
van volgende formule zijn, voor ts = 3s:
3
/u (max. vermogen brander)
Nm
360
Voorbeeld voor gas G 20 (10 kWu/Nm3):
max werkingsvermogen 600 kW
overeenkomstig met 60 Nm
Na 10 ontstekingen met vergrendeling moet het op de meter af-
gelezen vermogen gelijk aan of kleiner zijn dan: 60 : 360 = 0,166
3
Nm
.
6.6.2
Maximumvermogen
Het MAX. vermogen moet gekozen worden binnen het werkings-
veld (Afb. 2 op pag. 10).
In de voorafgaande beschrijving hebben we de brander aangela-
ten, functionerend aan het MIN. vermogen.
Druk nu op de knop 2)(Afb. 25) "toename vermogen" en blijf deze
indrukken tot de servomotor de luchtklep en de gassmoorklep
90° geopend heeft.
Afstelling van het gas
Meet het gasdebiet op de gasmeter.
Een algemeen idee wordt verkregen op Tab. H op pag. 20, het
volstaat dus om de gasdruk op de manometer van Afb. 23 op
pag. 24 af te lezen, en de aanwijzingen op Tab. H op pag. 20 te
volgen.
Als het gasdebiet moet verkleinen, verlaagt u de gasdruk aan
de uitgang. Als de druk al op het minimum staat, sluit dan het
regelventiel VR een beetje.
Als het gasdebiet moet stijgen, verhoogt u de gasdruk aan de
uitgang van de regelaar.
25
NL
1
2
3
/h.
Afb. 25
2916309

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3897304389730638973053897307

Inhoudsopgave