10.3.4 Sifonbeker reinigen
1.
Maak de condensafvoerslang los van het onderste
sifondeel.
2.
Maak de borgring los.
3.
Haal het onderste sifondeel eraf.
4.
Verwijder de vlotter.
5.
Spoel het onderste deel van de sifon met water uit.
6.
Vul het onderste sifondeel tot een vulhoogte van 10
mm onder de condensafvoerleiding met water.
7.
Plaats de vlotter.
8.
Bevestig het onderste sifondeel aan de sifonbeker.
9.
Bevestig de borgring.
10.
Bevestig de condensafvoerslang aan het onderste
sifondeel.
10.3.5 Zeef in koudwateringang reinigen
1.
Sluit de koudwaterstopkraan.
2.
Maak het toestel aan warmwaterzijde leeg.
3.
Klap de schakelkast naar voren.
4.
Trek de klem (2) eruit.
5.
Verwijder de stop.
6.
Spoel de zeef (1) onder een waterstraal tegen de stro-
mingsrichting uit.
7.
Als de zeef beschadigd is, of niet meer voldoende ge-
reinigd kan worden, vervang de zeef dan.
8.
Gebruik alleen nieuwe afdichtingen.
9.
Steek de klem er weer in.
10.
Open de koudwaterstopkraan.
10.3.6 Reinigings- en controlewerkzaamheden
afsluiten
1.
Bouw de compacte thermomodule in. (→ Pagina 29)
2.
Klap de schakelkast naar boven.
3.
Open alle onderhoudskranen en de gaskraan als dat
nog niet gebeurd is.
4.
Controleer het product op dichtheid. (→ Pagina 24)
5.
Monteer de voormantel. (→ Pagina 23)
0020297502_01 Installatie- en onderhoudshandleiding
6.
7.
8.
9.
10.4
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
1
10.5
▶
▶
2
▶
▶
▶
11 Verhelpen van storingen
11.1
1.
2.
11.2
Als een ingesteld onderhoudsinterval verstreken is of als
een servicemelding voorhanden is, dan verschijnt
display. Het product bevindt zich niet in de foutmodus.
Wanneer meerdere servicemeldingen tegelijkertijd optreden,
worden deze op het display weergegeven. Elke servicemel-
ding moet worden bevestigd.
Onderhoudscodes (→ Pagina 59)
Monteer eventueel het voorpaneel onder het display.
Installeer eventueel de module onder het product (→
installatiehandleiding module).
Breng de stroomvoorziening tot stand als dat nog niet
gebeurd is.
Schakel het product opnieuw in als dat nog niet ge-
beurd is. (→ Pagina 20)
Product leegmaken
Stel het product tijdelijk buiten bedrijf. (→ Pagina 40)
Sluit de onderhoudskranen van het product.
Sluit de gaskraan.
Neem het product in gebruik.
Start het testprogramma P.008. (→ Pagina 19)
Open de aftapkleppen.
◁
Product (CV circuit) wordt geleegd.
Sluit de aftapventielen.
Stel het product tijdelijk buiten bedrijf. (→ Pagina 40)
Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
afsluiten
Controleer de gasaansluitdruk/gasstroomdruk.
(→ Pagina 22)
Controleer het CO₂-gehalte. (→ Pagina 23)
Controleer het product op dichtheid. (→ Pagina 24)
Stel evt. het onderhoudsinterval opnieuw in.
(→ Pagina 27)
Noteer inspectie/onderhoud.
Gegevensoverzicht controleren
Navigeer naar HOOFDMENU → INSTELLINGEN→
Installateurniveau → Gegevensoverzicht.
Lees de noodbedrijf- en foutgeschiedenis uit om vast te
stellen of een component defect is. (→ Pagina 32)
Servicemeldingen
op het
31