5. Schuif de mof weer op de kogelverbinding en draai de
trekarm naar beneden zodat de mof past op de
halvekogeltap. Laat de mof los zodat deze over de
halvekogeltap schuift en de onderdelen aan elkaar
vastzet (Fig. 10).
2
Figuur 10
1. Terugschuiven voor
montage
6. Monteer de manden op de trekframes, draai de
contramoeren op de trekarmen los en stel de
kogelmoffen af totdat er een afstand van 6,4 tot
12,7 mm is tussen de lip van de mand en de messen van
de messenkooi (Fig. 11).
3
1
Figuur 11
1. Contramoer
2. Trekarm
Opmerking: Dit voorkomt dat de mand het maaidek
naar voren laat kantelen, waardoor de ring tijdens het
maaien van de hefarm raakt.
Opmerking: Zorg ervoor dat de lippen van de mand
zich op gelijke afstand van de messen van de
messenkooi bevinden over de gehele lengte van elke
messenkooi. Als de mand zich te dicht bij de
messenkooi bevindt, bestaat de kans dat de messenkooi
in contact komt met de mand als het maaidek is
opgeheven van de grond.
7. Plaats de moffen in de kogelverbindingen met de open
kant van de moffen gecentreerd t.o.v. de halvekogeltap.
Draai de contramoeren vast om de moffen op hun plaats
te houden (Fig. 11).
1
2. Halvekogeltap
4
2
3. Kogelverbinding –
afstellen tussen mand en
messenkooi
4. 6,4–12,7 mm afstand
Voor modellen 04470, 04471, 04472, en
04473
Opmerking: Als u de maaimessen slijpt, de maaihoogte
instelt of onderhoudswerkzaamheden aan een maaidek
verricht, moet u de motoren van de messenkooien van het
maaidek in de steunbuizen op de voorkant van het frame
plaatsen om beschadiging van de slangen te voorkomen.
1. Haal de maaidekken uit de dozen. U moet de
maaidekken monteren en afstellen overeenkomstig de
instructies in de gebruikershandeling. Gebruik de
hoogtemaat uit het pakket met losse onderdelen om de
maaihoogte in te stellen.
2. Monteer een ring en een halvekogeltap op beide uiteinden
van de voorste roller op de maaidekken (Fig. 12).
3
2
1
Figuur 12
1. Trekframe
2. Hefroller
3. Hefarm
3. Schuif het maaidek onder het trekframe terwijl u de
hefroller vasthaakt op de hefarm (Fig. 12).
4. Schuif de mof weer op de kogelverbinding en draai de
trekarm naar beneden zodat de mof past op de
halvekogeltap. Laat de mof los zodat deze over de
halvekogeltap schuift en de onderdelen aan elkaar
vastzet (Fig. 12).
5. Monteer de manden op de trekframes, draai de
contramoeren op de trekarmen los en stel de
kogelmoffen af totdat de afstand tussen de lip van de
mand en de messen van de messenkooi of het
frontscherm 6 tot 13 mm bedraagt.
Opmerking: Dit voorkomt dat de mand het maaidek
naar voren laat kantelen, waardoor de hefroller tijdens
het maaien van de hefarm raakt.
Zorg ervoor dat de lippen van de mand zich op gelijke
afstand van de messen van de messenkooi bevinden
over de gehele lengte van elke messenkooi. Als de
mand zich te dicht bij de messenkooi bevindt, bestaat de
kans dat de messenkooi in contact komt met de mand
als het maaidek is opgeheven van de grond.
16
5
4
4. Trekarm
5. Halvekogeltap