3. Giet olie in de vulopening in het klepdeksel totdat het
peil de Vol-markering op de peilstok heeft bereikt. Vul
de olie langzaam bij en controleer daarbij veelvuldig het
peil. Niet te vol vullen.
Belangrijk
Controleer het oliepeil om de acht
bedrijfsuren of dagelijks. De olie moet na de eerste acht
bedrijfsuren worden ververst; daarna moet u in normale
omstandigheden de olie om de 50 bedrijfsuren verversen en
het filter om de 100 bedrijfsuren vervangen. De olie moet
echter vaker worden vervangen als de machine in
buitensporig stoffige en vuile omstandigheden wordt
gebruikt.
4. Plaats de vuldop en de peilstok weer stevig op hun
plaats.
Brandstoftank vullen
Gebruik loodvrije, normale benzine voor auto's
(octaangetal minimaal 85). Gelode normale benzine kan
worden gebruikt als loodvrije benzine niet verkrijgbaar is.
Belangrijk
Nooit methanol, benzine die methanol bevat
of gasohol met meer dan 10% ethanol gebruiken, daar deze
het brandstofsysteem van de motor kunnen beschadigen.
Geen olie bij de benzine mengen.
1. Reinig de omgeving van de tankdop en verwijder de
tankdop (Fig. 16). Vul de brandstoftank met loodvrije,
normale benzine tot maximaal 25 mm vanaf de
onderkant van de vulbuis. Deze ruimte is nodig voor het
uitzetten van de benzine. Vul de brandstoftank niet
helemaal vol.
Opmerking: De inhoud van de brandstoftank is 28,4 liter.
1
Figuur 16
1. Dop van brandstoftank
2. Draai de tankdop stevig vast. Gemorste benzine
opnemen.
In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst
ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie
van benzine kan brandwonden bij u of anderen en
materiële schade veroorzaken.
Vul de brandstoftank in de open lucht wanneer
de motor koud is. Eventueel gemorste benzine
opnemen.
Vul de brandstoftank niet helemaal vol. Vul de
brandstoftank tot maximaal 25 mm vanaf de
onderkant van de vulbuis. Deze ruimte in de
tank is nodig voor het uitzetten van de
brandstof.
Rook nooit wanneer u met benzine bezig bent en
houd de brandstof weg van open vlammen of
vonken.
Benzine in een goedgekeurd vat of blik en buiten
bereik van kinderen bewaren. Koop nooit meer
benzine dan u in 30 dagen kunt opmaken.
Benzinevaten altijd op de grond en uit de buurt
van het voertuig zetten alvorens de tank bij te
vullen.
Benzinevaten niet in een vrachtwagen of
aanhanger vullen, omdat bekleding of kunststof
beplating het vat kunnen isoleren wat de afvoer
van statische lading kan bemoeilijken.
Als het praktisch mogelijk is, kunt u het best een
machine met een benzinemotor eerst van de
vrachtwagen of aanhanger halen en bijtanken
als de machine met de wielen op de grond staat.
Als dit niet mogelijk is, verdient het de voorkeur
dergelijke voertuigen op een truck of aanhanger
bij te vullen uit een draagbaar vat, niet met
behulp van een vulpistool van een pomp.
Als u een vulpistool moet gebruiken, dient u de
vulpijp voortdurend in contact met de rand van
de brandstoftank of de opening van het vat te
houden, totdat u klaar bent met bijvullen.
m–5099
18
Gevaar