Regelparameters en functies
Het bereik tussen LIMIT↑ en LIMIT↓ is het geldige meetbereik.
De regelaar heeft een instelbare
„Hysterese" werkt in de richting van het opheffen van de grenswaardeoverschrijding.
De
D.w.z., wanneer de
een grenswaardeoverschrijding pas te vervallen bij het onderschrijden van 2,80 ppm. Het
hysteresegedrag voor een
hier bij de Limit↓ opgeteld). Bijv.,
voor een grenswaardeoverschrijding komt pas weer te vervallen bij het overschrijden van
2,70 ppm.
9.5
Correctiewaarde tempera‐
tuur
De correctiewaarde compenseert de
invloed van de temperatuur van het
medium op de meetwaarde. De correctie‐
waarde is de temperatuur van het te
meten medium.
Bedrijfsmodi
[off] : Er vindt geen temperatuurcom‐
n
pensatie plaats.
–
Voor metingen waarbij geen tem‐
peratuurcompensatie nodig is.
[auto] : De regelaar analyseert het
n
temperatuursignaal van de aange‐
sloten temperatuursensor
–
Voor metingen met temperatuur‐
sensor (0 - 120 °C)
[manual] : De temperatuur van het te
n
meten medium moet door de
gebruiker worden gemeten. De
gemeten waarde wordt vervolgens
met de toetsen:
„VALUE" in de regelaar
parameter
ingevoerd en met de toets
slagen
–
Voor metingen waarbij de
mediumtemperatuur waarmee bij
de regeling rekening moet
worden gehouden constant is.
72
„Hysterese" van 0,01 ppm - 1,00 ppm.
„Limit↑" van bijv. 3,00 ppm is overschreden komt het criterium voor
„Limit↓" werkt op dezelfde manier (de hysteresewaarde wordt
„Limit ↓" 2,50 ppm hysterese 0,20 ppm: het criterium
en
onder de
opge‐