Gebruik
Dieselbrandstof tanken
LET OP
Als de dieselbrandstoftank is leeggereden, kan het
brandstofinspuitsysteem luchtbellen aanzuigen.
Dit kan leiden tot storingen in het brandstofinspuit-
systeem.
– Rijd de dieselbrandstoftank nooit helemaal leeg.
De brandstofreserve wordt weergegeven
door het knipperen van de brandstofniveau-
indicator (1) op het scherm van het display- en
bedieningspaneel.
GEVAAR
Er bestaat brandgevaar tijdens het
tanken van dieselbrandstof.
– Schakel de motor uit voordat u
tankt.
– Tijdens het tanken zijn roken,
open licht en vuur ten strengste
verboden!
– De wettelijke voorschriften voor
de omgang met dieselbrandstof
moeten worden opgevolgd.
– Volg de veiligheidsvoorschriften
voor de omgang met dieselbrand-
stof op, zie ⇒ Deel "Dieselbrand-
stof", blz. 3-45.
LET OP
De heftruck mag alleen worden gebruikt met die-
selbrandstof volgens DIN EN 590, anders kan de
motor beschadigd raken.
– Het gebruik van brandstofadditieven ter bevor-
dering van de roetverbranding is niet toege-
staan.
– Starthulpen (zoals "startpiloot") mogen niet
worden gebruikt.
– Bij lage temperaturen moet er winterdiesel
worden gebruikt, zie ⇒ Deel "Dieselbrandstof
- Specificaties", blz. 5-271.
De vulhals van de brandstoftank bevindt zich
aan de instapzijde van de bestuurder in de
buurt van de trede.
57348011829 [NL]
5
Tanken
275