5
Extra apparatuur bedienen
De rijverlichting (3, 4) is ingeschakeld.
OPMERKING
Door nogmaals op een toets te drukken, wordt
de betreffende verlichting weer uitgeschakeld.
OPMERKING
De parkeerverlichting kan ook worden inge-
schakeld zonder dat het contact is ingescha-
keld, als de machine is goedgekeurd en/of
voorbereid voor het rijden op de weg.
Zwaailamp in- en uitschakelen
– Druk op de knop (1) om de zwaailamp in te
schakelen.
Het symbool voor de zwaailamp (2) verschijnt
op het display. De zwaailamp wordt ingescha-
keld.
OPMERKING
Door nogmaals op de knop te drukken, wordt
de zwaailamp weer uitgeschakeld.
198
1
57348011829 [NL]
Gebruik
4
7331_602-002
2
5060_003-045_V2