De computer opstarten met een wachtwoord
Voer de volgende stappen uit om de computer op te starten met het
gebruikerswachtwoord:
1. Schakel de computer in volgens de aanwijzingen in hoofdstuk1,
slag. Het volgende bericht wordt weergegeven:
Op dit moment werken de sneltoetsen FN+F1 tot en met F9 niet. U kunt ze
pas weer gebruiken nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd.
2. Voer het wachtwoord in.
3. Druk op ENTER.
Als u het wachtwoord driemaal achtereen onjuist invoert, wordt de
computer afgesloten. In dat geval schakelt u de computer opnieuw in en
probeert u opnieuw het wachtwoord in te voeren.
Spaarstanden
De computer heeft de volgende spaarstanden:
■
Afsluitmodus: de computer zal worden afgesloten zonder gegevens op
te slaan. Daarom moet u altijd uw werk opslaan voordat u de computer
afsluit.
■
Sluimerstand: de gegevens in het geheugen worden op de vaste schijf
opgeslagen.
■
Slaapstand: de gegevens blijven aanwezig in het geheugen van de
computer.
Raadpleeg de paragrafen
uitschakelen
Windows-hulpprogramma's
U kunt diverse instellingen voor de slaapstand en de sluimerstand
configureren via Energiebeheer (dat u opent via Start
Configuratiescherm
Sneltoetsen
U kunt de sneltoets FN + F3 gebruiken om de slaapstand in te schakelen of
FN + F4 voor de sluimerstand. Raadpleeg hoofdstuk 5,
voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
Wachtwoord invoeren [ ]
De stroom inschakelen
in hoofdstuk 1,
Aan de
Systeem en beveiliging
Stroomvoorziening en spaarstanden
en
De computer
slag, voor meer informatie.
Energiebeheer).
Aan de
Het
toetsenbord,
6-11