2D Meting
Axiale Afstand
Laterale Afstand
Omtrek
Meetfoutbronnen kunnen omvatten:
•
Mechanische variaties van onderdelen. Dit zijn meestal offset-fouten die worden geïntroduceerd met
gedeeltelijke nominale variaties.
•
Acquisitiefouten. Deze omvatten fouten die worden ingevoerd als gevolg van fouten in de
bemonsteringsfrequentie en fouten bij de signaalverwerking.
•
Fouten in weergaveformaat. Deze omvatten scanconversiefouten, afrondingsfouten en fouten als gevolg
van de pixelresolutie van het gebruikte beeldscherm.
14.7.
Biocompatibiliteit
De materialen die in contact komen met de patiënt zijn gevalideerd om te voldoen aan de vereisten van de
volgende norm:
•
ISO 10993-1, Biologische evaluatie van medische hulpmiddelen - Deel 1: Evaluatie en testen binnen een
risicobeheerproces
14.8.
Beoordeling vloeistof toegang
De Biim sonde is getest op indringing van vloeistof van IPX1 voor alle onderdelen van het apparaat, behalve het
gebied van de batterijvak. De sonde mag niet worden ondergedompeld of direct met vloeistof worden gesprayd.
De Biim sonde lens en neusstuk zijn ontworpen volgens de IPX7-classificatie en kunnen tijdelijk worden
ondergedompeld in vloeistof tot onder de bovenkant van het grijze neusstuk van de sonde.
14.9.
Draadloze transmissie
Het Biim Ultrasound systeem bevat de standaard IEEE 802.11 b/g/n transceiver voor een draadloze Ethernet-
verbinding met de Biim Ultrasound sonde, DICOM-servers en netwerk-pc's. De sonde bevat een IEEE 802.11-
transmitter die de ISM-frequentiebanden gebruikt van 2,412 tot 2,448 GHz. Het maakt gebruik van een interne
zender.
De interne zender implementeert twee verschillende verzendmethoden:
•
IEEE 802.11b met Direct Sequence Spread Spectrum (DSSS) bij een maximum van 13 dBm +/- 2,0 dBm
@ 11 Mbps
•
IEEE 802.11g met Orthogonale Frequentie Divisie Multiplexing (OFDM) bij een maximum van 11 dBm +/-
2,0 dBm @ 54 Mbps
De draadloze communicatieverbinding tussen de sonde en het weergave toestel is een directe point-to-point-
koppeling. Er kan slechts één weergave toestel tegelijk op de sonde worden aangesloten. Daarom zijn Quality of
Service (QoS)-instellingen niet vereist.
De bedieningsafstand tussen de sonde en het weergave toestel kan meer dan 15 meter zijn.
Omgevingsomstandigheden, obstructies en andere radiatoren in de band kunnen echter het effectieve
werkingsbereik van het apparaat verminderen. Biim beveelt een typisch werkbereik van 1.8 meter of minder aan,
om de meest consistente prestaties te leveren en om u in staat te stellen effectief met het weergave toestel te
werken terwijl u de sonde vasthoudt.
Biim Ultrasound Gebruikershandleiding
Systeemnauwkeurigheid
< +/- 5% van de gemeten afstand +/- 1mm
< +/- 5% van de gemeten afstand +/- 1mm
< +/- 5% van de gemeten afstand +/- 1mm
60