2. Om een omtrek te meten: selecteer METEN in het toetsenpaneel terwijl het beeld is stilgezet en selecteer
vervolgens CIRKEL.
a. Raak het scherm aan waar u de eerste passer wilt plaatsen.
b. Raak het scherm aan waar u de tweede passer wilt plaatsen; er zal een lijn verschijnen die de
passers verbindt met een van de ellipsdiameters.
c.
Raak het scherm aan waar u de derde passer wilt plaatsen.
d. De afstand voor zowel ellipsdiameters, de omtrek en het gebied worden aan de linkerkant van
het scherm weergegeven. Selecteer nogmaals CIRKEL om de cirkels rond de passers te
verwijderen.
OPMERKING: Als u het scherm op een willekeurige plek aanraakt, behalve op de
geselecteerde ellips en passers, worden de cirkels verwijderd.
e. Pas de plaatsing van de passers aan:
i. Tik op de te verwijderen passer om het te verplaatsen; er verschijnen cirkels rond alle
ii. Raak binnen de cirkel van de te verplaatsen passer aan en veeg deze naar de gewenste
OPMERKING: er kunnen maximaal vier metingen op een afbeelding worden uitgevoerd.
OPMERKING: metingen kunnen worden uitgevoerd op stilgezette of opgeslagen afbeeldingen.
Deze functies zijn alleen beschikbaar voor stilgezette of opgeslagen afbeeldingen.
OPMERKING: om metingen op de afbeelding op te slaan, selecteert u OPSLAAN in het
toetsenpaneel terwijl de metingen worden weergegeven.
3. Als u een meting wilt verwijderen, selecteert u de meting en selecteert u vervolgens VERWIJDEREN in het
toetsenpaneel of selecteert u TERUG en daarna VERWIJDEREN in het pop-upmenu.
Biim Ultrasound Gebruikershandleiding
passers.
positie. Dit vergroot/verkleint de grootte van de omtrekmeting. Herhaal dit totdat de
passers en de omtrekmarkeringen op de gewenste locaties staan.
40