7.1.
Reiniging van de Biim Ultrasound Sonde
Het wordt aanbevolen om de Biim Ultrasound sonde tussen elk patiëntgebruik schoon te maken, zelfs wanneer
een steriele huls of barrière is gebruikt. De reiniging moet vóór elke desinfectie worden uitgevoerd. Reiniging moet
het verwijderen van alle zichtbaar vuil of verontreinigingen omvatten. Volg alle schoonmaakprocedures in de
goede volgorde, zonder processen over te slaan.
WAARSCHUWING: Volg bij het gebruik van reinigingsmiddelen de aanbevelingen en instructies van de
fabrikant.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen reinigings- en desinfectiemiddelen die door Biim worden aanbevolen.
Vermijd aceton, methylethylketon (MEK), verfverdunner of andere sterke oplosmiddelen of schurende
reinigingsmiddelen. Het gebruik van incompatibele oplossingen kan leiden tot schade en de garantie ongeldig
maken.
WAARSCHUWING: Vermijd chirurgieborstels bij het reinigen van de sonde. Zelfs het gebruik van zachte
borstels kan schade veroorzaken.
WAARSCHUWING: Als u, nadat de sonde is schoongemaakt, deze ook wilt desinfecteren, moet deze
voorafgaand aan de desinfectie volledig droog zijn, omdat water op het oppervlak van de sonde het
desinfectiemiddel kan verdunnen.
1 . Reinig het oppervlak met een zachte doek bevochtigd met een milde zeepoplossing en verwijder
zichtbaar vuil en verontreinigingen. Er kan een PDI® Sani-Cloth® HB-wegwerpdoekje worden gebruikt.
2 . Controleer de groeven en verwijder zichtbaar vuil. Gebruik zo nodig een wattenstaafje dat is bevochtigd
met milde zeepoplossing om zichtbaar vuil in eventuele groeven te verwijderen.
•
Gebruik geen borstel of schurend materiaal om de sonde schoon te maken, omdat het gebruik
hiervan schade kan veroorzaken.
3 . Veeg de sonde schoon met een zachte doek bevochtigd met water.
4 . Veeg de sonde droog met een droge doek.
5 . Onderzoek de sonde op beschadigingen zoals scheuren, diepe krassen, gespleten naden, scherpe
randen, enz. Als dergelijke schade wordt gedetecteerd of vermoed, gebruik dan de sonde niet en neem
contact op met uw plaatselijke Biim-vertegenwoordiger.
Als het reinigen is voltooid, moet de sonde worden gedesinfecteerd volgens de desinfectieprocedures van laag of
hoog niveau die worden beschreven in Paragraaf 7.2.1 "Laagwaardige desinfecti" of Paragraaf 7.2.2
"Hoogwaardige desinfecti".
Biim Ultrasound Gebruikershandleiding
43