Afb.46
Vorstbeveiligingsthermostaat
aansluiten
R-Bus
Tk Tv
Afb.47
Aansluiten buitensensor
Tout
Afb.48
Aansluiten buitensensor
Tout
7686327 - v.07 - 09122021
Vorstbeveiliging in combinatie met aan/uit-thermostaat
Bij toepassing van een aan/uit thermostaat kunnen de leidingen en
radiatoren in een vorstgevoelige ruimte beveiligd worden met een
vorstbeveiligingsthermostaat. De radiatorkraan in de vorstgevoelige ruimte
moet open staan.
Tk Aan/uit thermostaat
Tv Vorstbeveiligingsthermostaat
1. Plaats in een vorstgevoelige ruimte (bijvoorbeeld een garage) een
vorstbeveiligingsthermostaat (Tv).
2. Sluit de vorstbeveiligingsthermostaat (Tv) parallel aan een aan/uit
thermostaat (Tk) aan op de klemmen R-Bus van de connector.
Waarschuwing
Indien er een OpenTherm thermostaat (bijvoorbeeld de eTwist)
wordt gebruikt, dan kan er geen vorstbeveiligingsthermostaat
parallel worden aangesloten op de R-Bus klemmen. Realiseer dan
AD-3000970-02
de vorstbeveiliging van de CV-installatie in combinatie met een
buitentemperatuursensor.
Vorstbeveiliging in combinatie met een buitensensor
De CV-installatie kan ook worden beveiligd tegen vorst in combinatie met
een buitensensor. De radiatorkraan in de vorstgevoelige ruimte moet open
staan.
1. Sluit de stekker van de buitensensor aan op de aansluiting Tout.
Met een buitensensor werkt de vorstbeveiliging als volgt:
Als de buitentemperatuur lager is dan de drempel voor vorstbeveiliging:
er is een warmtevraag van de ketel en de pomp gaat draaien.
Als de buitentemperatuur hoger is dan de drempel voor vorstbeveiliging:
geen warmtevraag van de ketel.
Belangrijk
De buitentemperatuur waaronder de vorstbeveiliging wordt
AD-3000973-02
geactiveerd, kan gewijzigd worden met parameter AP080.
Aansluiten buitensensor
Op de klemmen Tout van de aansluitconnector kan een buitensensor
worden aangesloten. De ketel zal bij een aan/uit thermostaat de
temperatuur regelen met het setpunt van de interne stooklijn. Een
OpenTherm regelaar kan ook gebruik maken van deze buitensensor. De
gewenste stooklijn moet dan op de regelaar worden ingesteld.
Gebruik hieronder vermelde sensoren, of sensoren met identieke
eigenschappen. Stel parameter AP056 in op het geïnstalleerde
sensortype.
AF60 = NTC 470 Ω/25°C
1. Sluit de stekker van de buitensensor aan op de aansluiting Tout.
Tab.35
Instellingen van de stooklijn
Voetpunt stooklijn
(dagbedrijf) (°C)
parameter CP210
15
15
AD-3000973-02
15
15
Helling stooklijn
Ta (°C)
parameter CP230
waar Tout = –10°C
0,5
30
1,0
45
1,5
60
75
2,0
(1)
6 Installatie
45