®
Gebruikshandleiding BBP
•
Functie: Een actie of bewerking. Wordt vaak gebruikt via het toetsenbord voor
toegang tot secundaire bewerkingen met toetsen die normaal voor andere
tekens zijn.
•
Afbeelding: Een weergave of visuele vertegenwoordiging van een object. Een
niet-fotografische weergave of (niet-tekst-)symbool.
•
Horizontale offset page 10: Dient voor het verplaatsten van de weergave (het
afgedrukte gedeelte van het label) naar rechts of links.
•
Intern geheugen page 1: Geheugen dat deel uitmaakt van het apparaat voor
permanente opslag van bestanden, afbeeldingen, lettertypen, sjablonen, etc.
•
Toets: Fysiek onderdeel, meestal van een toetsenbord. Wordt gebruikt voor
het invoeren van gegevens en navigatie.
•
Toetsaanslag page 18: Een combinatie van toetsen die samen worden
ingedrukt om een speciaal teken of een letter met een accent te typen. Toetsen
voor toetsencombinaties zijn:
-
Alt Gr (Alternative Graphic): Een aanpassingstoets voor het typen van
diverse tekens. Wordt op de toets weergegeven door een derde of vierde
symbool aan de rechterkant. De toets die wordt geactiveerd, hangt tevens af
van de staat van de "Caps Lock"-toets en het type aan/uit dat moet worden
uitgevoerd.
-
Alt Gr Lock: Een toets die het toetsenbord heen en weer schakelt tussen de
Alt Gr- en niet-Alt Gr-modus voor bepaalde toetsen.
-
Caps Lock: Een toets die het toetsenbord heen en weer schakelt tussen
hoofdletters en kleine letters voor alle lettertoetsen, maar geen effect heeft op
andere toetsen.
-
Shift: Een aanpassingstoets die toegang biedt tot de "bovenste" tekens op
toetsen. De toets die wordt geactiveerd, hangt tevens af van de staat van de
"Caps Lock"-toets en het type aan/uit dat moet worden uitgevoerd.
-
Shift Lock: Een versie van Caps Lock die invloed heeft op alle toetsen op
dezelfde manier als de Shift-toets.
•
Label: Het gedeelte van de weergave waar zich de tekst, de afbeeldingen en
de streepjescodes bevinden. Een vaste "pagina" of uitvoereenheid.
•
Afdrukmateriaal: Het dekblad met de labels die worden afgedrukt. O.a. "tape"
(continu-labels) en "labels" (gestanste labels).
•
Menupage 5: Een lijst van opties die voor de gebruiker beschikbaar zijn. Er zijn
diverse types menu's (bijvoorbeeld popup-menu's, trapsgewijze menu's,
pulldown-menu's, zwevende menu's, etc.).
•
Spiegelafdruk page 6: Afgedrukte labels die worden gelezen in een spiegel of
via de achterkant van het label.
•
Object page 1: Een apart gegevens-, afbeeldings- of streepjescode-element
op een label dat als een eenheid kan worden verplaatst.
85 Labelprinter
A-3