Verklarende woordenlijst
A
Gebruikshandleiding BBP
Hieronder volgen definities van de termen die in deze handleiding worden gebruikt.
•
Uitlijning/uitvulling page 15: Verwijst naar de manier waarop de tekst in lijn wordt
gebracht met het tekstobject. Uitlijning kan duiden op horizontale en verticale uitlijning.
Uitvullen wordt alleen gebruikt bij horizontale uitlijning.
•
Autom. grootte page 6: Dient voor het automatisch instellen van de labellengte zodat de
gegevens op het label passen. Is alleen van toepassing op continu-labels. Dient voor het
automatisch instellen van de tekstgrootte op de grootst mogelijke afmetingen voor het label.
•
Streepjescodepage 5: Een streepjescode is een serie zwart streepjes en witte spaties
van variërende breedtes. Lijnstreepjescodes zijn gebaseerd op streepjes of spaties,
streepjeshoogte, streepjespositie of de afstand tot de volgende streepjes.
-
Controleteken van de streepjescode: Bepaalt de symbolenserie van de
streepjescode en zorgt dat de scanner de gegevens in de juiste volgorde leest.
-
Start/stop-tekens van de streepjescode: Start/stop-tekens dienen voor het
detecteren van fouten tijdens het afdrukken. De beschikbare opties zijn:
¨
Inclusief controleteken: Aan/uit. Drukt een controleteken af in de
streepjescode. Dit geldt niet voor alle symbolenseries.
¨
Leesbaar controleteken: Toont het controleteken op het label als Inclusief
controleteken eveneens is geselecteerd. Dit geldt niet voor alle symbolenseries.
¨
Leesbare start/stop: Toont het start/stop-teken (*) op het label (niet van
toepassing op alle symbolenseries).
®
85 Labelprinter
A-1